Na weer vier dagen Bangkok is de tijd rijp voor een nieuw reisdoel. Het noorden van Thailand begint steeds meer te lokken. Vandaag begin ik mij dan ook serieus op de trip daar naar toe voor te bereiden. Ik breng nog snel even wat kleren weg die gewassen moeten worden. Daarna koop ik nog wat cassettebandjes voor onderweg. En niet te vergeten: de reis er naar toe regelen. Een nieuw hoofdstuk staat op het punt van beginnen.

Publicatie van de dagboeken van mijn wereldreis in 1990 en 1991

Woensdag 8 en donderdag 9 augustus 1990

Voorlopig afscheid van Bangkok

Voor de reis naar Chiang Mai is mijn oog gevallen op een speciale deal met de nachtbus. Voor 140 Baht koop je een ticket, waar dan ook gelijk al de eerste nacht in een guesthouse in Chiang Mai is inbegrepen. Ik denk niet lang en boek de laatste stoel (naar men zegt) op deze bus.

De dag in Bangkok breng ik door zoals zoveel backpackers die in Khao San Road verblijven: hangen in één van de vele café’s terwijl je afwisselend naar een video van een oude James Bondfilm (You Only Live Twice) kijkt en tegelijk je dagboek probeert bij te houden of wat brieven aan het schrijven bent. Dat alles onder het genot van de lekkerste fruitshakes en bananenpannenkoeken, hét dieet van elke rugzakreiziger.

Aan het einde van de middag haal ik mijn gewassen kleding weer terug en ik ontvang dit in een keurig stapeltje, fris gedroogd en gestreken. En dat allemaal voor 20 Baht, daar kan je zelf niet voor aan de gang.

Reis door de nacht

Om 7 uur in de avond meld ik mij bij het boekingskantoor. Niet veel later staat de bus er al. Bij vertrek ontvangt iedereen nog een sandwich, het kan allemaal niet op. Na het nodige gedoe om de stad uit te komen vordert de rit lekker vlot. Tegen middernacht stoppen we op een godverlaten plek ergens langs de snelweg, maar er zijn allemaal kraampjes met de lekkerste dingen. Ik sla het nodige in en probeer daarna wat te slapen.

Als ik wakker word is de zon net boven de heuvels uitgekomen en schijnt zijn gouden gloed over de rijstvelden waar dan al volop bedrijvigheid is. Chiang Mai is dan al snel in zicht en de bus zet mij met nog een groepje backpackers af bij het hotel dat inbegrepen zat in het pakket.

Toeristenval

Het blijkt natuurlijk toch wel een beetje een toeristenval. Je krijgt je kamersleutel niet eerder dan dat je een promotiepraatje hebt bijgewoond over de trekkings die het guesthouse organiseert voor haar gasten. Maar ik denk bij mezelf “ho ho, niet zo snel.” Ik ben hier nog geen vijf minuten aangekomen. Moet ik nu al gaan zeggen of ik met een trekking mee wil?

Tsja, Chiang Mai is niet alleen de ongekroonde hoofdstad van Noord Thailand, maar ook dé plek waar vandaan veel trektochten langs de bergstammen worden georganiseerd. Dat is ook één van de redenen waarvoor ik hier naar toe ben gekomen. Maar dan hoef ik ook niet gelijk vanmiddag op pad. Ik besluit dan ook na het praatje eerst even lekker te gaan douchen (ik heb een eigen douche op mijn kamer, een ongekende luxe!) en dan mijn eigen trektocht te gaan doen langs de reisbureautjes in Chiang Mai.

tempels van chiang mai
De tempels van Chiang Mai zijn gemakkelijk op één dag te bezoeken, ze liggen vlak bij elkaar.

Chiang Mai is een prettig, rustig stadje als je het vergelijkt met Bangkok, en ook minder heet zo op het eerste gezicht. Alles is vrij overzichtelijk, de oude stad is een perfect vierkant en wordt omgeven door een gracht van 1,5 kilometer bij 1,5 kilometer. En dat vierkant zit vol met oude tempels die het bekijken wel waar zijn. Plus alles is te belopen dus dat ga ik dan ook maar doen.

Wat hoppen

tempels van chiang mai
De Wat Chedi Luang ligt half in puin, maar wordt nu gerestaureerd.

De tempels in Chiang Mai zijn allemaal even bezienswaardig, ieder op hun eigen manier. De Wat Phan Tao die helemaal opgetrokken is uit teak hout. De Wat Chedi Luang, met een stupa die aan brokken ligt, maar nu wordt gerestaureerd met geld van UNESCO. Tenslotte de Wat Phra Singh die er er van buiten wat gewoontjes uit ziet, maar dat blijkt maar schijn.

In alle tempels in Thailand vind je wel een donatiekistje, waar je dan je vrijwillige bijdrage kan deponeren, maar deze tempel heeft ze overal staan: eentje voor de verfbeurt, eentje voor het elektra, etc. En bij ieder kistje ligt een soort van gastenboek waar je dan je naam in kan krassen met het bedrag dat je gedoneerd hebt. Dan toch nog één wat* op mijn tocht door Chiang Mai. De Wat Chiang Man, de oudste tempel van de stad en voor mij ook gelijk de mooiste. In ieder geval door zijn ligging in een tropische tuin.

Na al deze watten is de dag al weer zo goed als om. Erg laat maak ik het niet want zo veel uur heb ik in die bus vannacht niet kunnen slapen. Morgen eens verder gaan kijken naar trekkings in de omgeving; zoals verwacht barst het overal van de reisbureaus die dat soort tochten aanbieden. Maar dat is voor morgen.


*wat  is het Thaise woord voor tempel

tempels van chiang mai
De Wat Chiang Man ligt in een schaduwrijke tuin.