Gisterenavond laat kreeg ik te horen dat ik vanochtend alsnog op trek zou gaan met een klein gezelschap. Dus was ik nog laat druk met het in orde maken van mijn uitrusting. Jungletreks vanuit Mae Hong Son vertrekken zeker niet elke dag, daar ben ik nu wel achter. Dat heeft voornamelijk te maken met de geïsoleerde ligging van deze plaats. Onze groep vandaag bestaat uit vier trekkers, inclusief mij zelf. Onze gids heet Leang en hij heeft ons een heel bijzondere trek beloofd. Nou, ik sta op scherp…
Publicatie van de dagboeken van mijn wereldreis in 1990 en 1991
Dinsdag 21 en woensdag 22 augustus 1990
Jungletrek Mae Hong Son, Dag 1 en 2
Waar deze trek in ieder geval van verschilt met mijn vorige trektocht, is de zwaarte. In plaats van dagtrajecten van vier uur zullen er nu dagen van ruim acht uur lopen tussen zitten, te beginnen met vandaag. Daarnaast zie ik zelf ook al wel dat het terrein veel grilliger is dan de eerste keer: geen vriendelijke rollende heuvels, maar behoorlijk steile bergkammen. Maar daarmee is het landschap natuurlijk ook veel dramatischer.
Verder vormt ook de rode draad op deze trekking het bezoeken van dorpen van zo veel mogelijk verschillende soorten minderheden die hier verscholen tussen de bergen wonen. Maar het zullen voornamelijk dorpen van de Karen en van de Lisu stammen zijn.
De blik op oneindig
Met een jeep worden we een klein eindje op weg gebracht, maar op slechts een paar kilometer buiten Mae Hong Son worden we al gedropt langs de hoofdweg, van waar we via de rijstvelden recht op onze eerste berg aflopen. Met mij lopen nog drie Noorse jongens mee. Na een half uurtje flink klimmen houdt Leang even halt. “Om even op adem te komen voor de klim” zegt hij. En daarmee bedoelt hij dus de klim. Nu begint de echte klim dus pas realiseren we ons, twee uur non-stop vanaf dit punt.
Dit is ook één van die beklimmingen waarvan je telkens denkt dat je bijna boven aan bent, terwijl er dan juist als je op het vermeende hoogste punt bent aangekomen er nét weer een ander bergje achter ligt. Tja, dit is wat ik wilde. Geen walk in the park zoals mijn vorige tocht maar even iets pittigers. Terwijl ik mijn blik op eindig zet, probeer ik in de juiste cadans te komen om zo op een vrij meditatieve manier de beklimming te tackelen.
Op bezoek bij de Karen
Maar na elke beklimming volgt een afdaling en als we daarna bij een snelstromende beek aankomen gaan de kleren uit en nemen we allemaal een heerlijk bad in het verkoelende water. Kort daarna komen we in het dorp aan waar we zullen overnachten. We zijn op bezoek bij een dorp dat bevolkt wordt door de Karen. Ook hier weer alleen maar vriendelijke mensen en kinderen die zich voor ons uitsloven.
De volgende ochtend, na een diepe nachtrust, zorg ik dat ik een wat uitgebreider ontbijt dan normaal neem: twee bakjes gebakken rijst en diverse sneetjes toast met jam. Even energie tanken voor weer een dag sjouwen door de bergen. Maar dit wordt een iets minder zware dag belooft Leang ons, met aan het eind van de dag een vorm van ultieme ontspanning. Wat dat dan weer inhoudt, laat hij ons naar gissen.
Gedoogcultuur
We krijgen weer een lange klim te verwerken, maar ik merk dat dit mij een stuk minder moeite kost dan gisteren. En het water dat we zo links en rechts uit de bergstroompjes aftappen in onze veldflessen smaakt heerlijk koel. Vrij onverwacht komen we rond een uur of twee al aan in ons gastdorp van vandaag, een dorp waar Lisu mensen wonen. Vergeleken met de Karen zijn het nóg spontanere mensen waarvan de vrouwen in de meest bonte outfits rondlopen. Een paar meisjes verzorgen zelfs een dansvoorstelling, een dankbaar object voor de fotografen onder ons.
We hebben niet meer dan 5 uur gewandeld vandaag en kunnen ons de rest van de middag vermaken in het dorp waar we ook zullen eten en overnachten. Na het eten komt Leang de hut binnen en vraagt ons wie er zin heeft in een opiumpijp. Opium, ja natuurlijk! We zitten hier midden in de Gouden Driehoek. Overdag zijn we langs meerdere veldjes met papaver gelopen en natuurlijk staan die planten daar niet om te verdorren. In deze dorpen in verborgen valleien, die niet bereikbaar zijn via de weg of over het water kan men zich vrij ongehinderd bezig houden met de teelt van de papaverplant en het produceren van opium. Het gebruik van opium in deze gebieden wordt door de autoriteiten daarom misschien ook wel gedoogd, net zoals marihuana in Nederland wordt gedoogd.
De werking van opium
Maar goed: wie van ons wil een pijpje proberen? We zien hoe meerdere dorpsbewoners opium voor eigen consumptie gebruiken. Het is nog een heel ritueel. De roker ligt op zijn of haar zij, terwijl de man die de opium aanlevert ligt op zijn andere zij, zodat zij naar elkaar toe liggen. De opiumman bereidt vervolgens het goedje dat je gaat roken. Het is een vrij lang en zorgvuldig proces waarbij de pure opium hars wordt gemengd met fijngemalen aspirine. Dit laatste om zeg maar de scherpe randjes uit de rook te halen. Dan fabriceert hij een soort pasta-achtig opiummengsel dat hij over het uiteinde van de pijp smeert. Dat is niet een gewone tabakspijp, maar een pijp met kop die van binnen hol is, met een klein luchtgaatje aan de bovenkant. Over dit gaatje wordt het opiummengsel gesmeerd. En terwijl jij langzaam trekjes aan de pijp neemt, houdt hij er een vlammetje onder, want het mengsel brandt niet echt heel gemakkelijk.
Het effect van opium
Je doet iets van een minuut over één pijp en dat kost je dan 20 Baht. De meeste mensen nemen zo tussen de vijf en tien pijpen, dan begint je het wel een beetje te voelen. Maar wat voel je dan? Daar wil iedereen van onze groep best wel achter komen dus komen we om de beurten langzij liggen om dit zelf te ervaren. Het effect van opium is vooral ontspannend, dus prima aan het einde van zo’n dag als vandaag, zo na het eten en vlak voor het slapen gaan. Je voelt je spieren slapper worden en zich helemaal ontspannen. En je krijgt het gevoel dat je de volgende dag met gemak een uur of veertien kan gaan lopen sjouwen door de bergen hier. No problem, man! En met dat denkbeeld val ik in een diepe slaap…
Lees hier het tweede deel van deze tocht.
Opium in Thailand 25 Jaar later
Inmiddels zijn de zaken in Noord-Thailand wel wat veranderd ten opzichte van wat ik 25 jaar geleden in mijn dagboek toevertrouwde. Touroperators en trekleiders die jungletreks organiseren is het streng verboden om toeristen in aanraking te brengen met opium of andere soorten drugs. En je ziet ook dat dit tegenwoordig streng nageleefd wordt. Bij overtreding kan je je business sluiten. Veel dorpen zijn inmiddels uit hun isolement gekomen nadat veel nieuwe wegen zijn aangelegd.
De dorpsbewoners die vaak verslaafd raakten aan de opium waren totaal niet meer productief voor de gemeenschap en leidden een in zich zelf teruggetrokken bestaan. Deze keerzijde van de medaille vernam ik pas toen ik later in Chiang Mai sprak met een politieambtenaar van wie ik een lift kreeg. Als rijke westerling die zo’n dorp bezoekt, waar veel mensen daar toch tegenop kijken, geef je dan bepaald geen goed signaal af door zelf ook opium te nemen.