Na mijn opiumexperiment van gisterenavond ontwaak ik uit een diepe slaap met een nogal droge mond, alsof er een theezakje in zit. Ik graai om mij heen naar mijn waterfles en drink schielijk van het lauwe water. Onder mij hoor ik het gestommel van varkens en kippen die in de vroege ochtend al onder de hutten aan het foerageren zijn geslagen. Buiten zie ik Leang, onze gids, bezig met het bereiden van ons ontbijt. En hij heeft ons gisteren alweer een pittig dagje beloofd. Dag 3 van de trekking bij Mae Hong Son is begonnen.
Publicatie van de dagboeken van mijn wereldreis in 1990 en 1991
Donderdag 23 en vrijdag 24 augustus 1990
Wat hieraan vooraf ging lees je in:
Opium in verborgen valleien
Laatste update: 1 februari 2022
Geschatte leestijd: 5 minuten
Trekking Mae Hong Son, Dag 3 en 4
Het eerste stuk van de tocht van vandaag voert na een korte klim over een bergkam, waar vandaan je beurtelings naar links en naar rechts de fraaiste vergezichten hebt. Het is genieten geblazen, want door de hoogte is het minder warm en vang je regelmatig een fris briesje op. Dan volgt vrij plotseling een steile afdaling en binnen een half uur staan we beneden in een vrij dichte jungle aan de voet van een volgende berg.
Maar eerst ontvangen we onze lunch, verpakt in een bananenblad. En dan weten we het wel. Als Leang onderweg stopt om ons te laten eten dan weten we dat er een lastig traject gaat volgen. Ook nemen we hier de tijd om elkaar op teken te controleren, die veelvuldig in dit deel van de route schijnen te zitten. Leang vindt er eentje bij mij, als enige van de groep. Het beestje heeft zich genesteld in mijn zij en met een vlotte beweging verwijdert de gids het beestje uit mijn lijf.
Blaren prikken
Het traject dat volgt gaat inderdaad weer steil omhoog, dus dat wordt weer zweten het komende uur. Onze beloning is wederom een fenomenaal uitzicht vanaf een rotspunt waar Leang ons naar toe leidt. Tijdens de afdaling die hier uiteraard weer op volgt merk ik dat zich een blaar aan het ontwikkelen is op mijn rechterhiel. Na aankomst in het dorp waar we de laatste nacht gaan doorbrengen, inspecteer ik mijn hiel even en prik vervolgens de blaar door. Anders ga ik daar morgen nog veel ongemak van hebben.
De laatste dag, vrijdag, voert Leang ons door een diepe kloof langs de oevers van een snelstromend riviertje. De kloof wordt steeds nauwer en op een gegeven moment houdt het pad op en rest ons niets anders dan de kloof verder te volgen wadend door het riviertje. Op sommige stukken komt het water tot ons middel, maar onze bagage houden we droog. Veel geklim en geklauter over gladde rotsen. We genieten wederom, want de trekking door deze kloof was ook weer een verrassing, zoals Leang er wel meer had op deze tocht.
Een nieuw soort opium
En ineens staan we zomaar op een half verharde weg, de we nog eens stuk volgen totdat we bij een dorpje aankomen waar ook gewoon auto’s en motoren zijn te vinden. Het is het einde van de wildernis, waarvan ik al wandelend zo intens heb genoten. Zo erg, dat ik nu al weer verlang naar mijn volgende trekking. Ik mag wel zeggen dat als er iets is wat ik tot nu toe erg ben gaan waarderen op deze lange reis, dan is dat het maken van meerdaagse trektochten in ongerepte landschappen. Dat is een nieuw soort opium geworden, waar ik me steeds meer toe voel aangetrokken. Veel meer dan het spul waarmee ik gisterenavond in een roes werd gebracht.
Leang regelt een tuktuk die ons de laatste paar kilometers over de weg terug naar Mae Hong Son brengt, wat het einde van de trekking is. Terug in de guesthouse neem ik een douche en een ananas shake (in die volgorde). Voor mijn vertrek had ik al even gevraagd of men voor mij een reservering zou kunnen maken op een vlucht vanaf het kleine vliegveldje van Mae Hong Son terug naar Chiang Mai. Morgen om 12.40 uur staat het vertrek van dat vliegtuig gepland. Ja, ik houd de vaart er even in.
Voor het vervolg van mijn reis, lees verder:
Vliegreis van Mae Hong Son naar Chiang Mai