De boot die ons over de Xi rivier van Wuzhou naar Guangzhou vaart is gisterenavond op tijd vertrokken. Vanuit mijn bed heb ik in de vroege ochtend, op mijn buik liggend, een eerste klas uitzicht naar buiten. Maar ik heb niet best geslapen en ben al voor zonsopkomst wakker geworden. Ik voel me niet fit en als ik zo op mijn buik naar buiten lig te kijken dan voel ik een ongemakkelijke pijn onderin mijn buik. Geen idee wat dat nu weer kan zijn. De Lonely Planet heeft een apart hoofdstuk gewijd aan allerlei kwalen die je in de tropen op kan lopen en ik blijf telkens hangen bij de paragraaf die over hepatitis B gaat, waar ook een stekende pijn in de buik wordt genoemd als symptoom.

Publicatie van de dagboeken van mijn wereldreis in 1990 en 1991

Maandag 2 juli 1990

Aankomst in Guangzhou

Buiten is het uitzicht ondertussen best fraai en afwisselend, terwijl de wereld buiten op de oevers van de Xi rivier langzaam tot leven komt in de paarse ochtendgloed. Guangzhou kan niet ver weg meer zijn, gezien de toenemende industrie en bebouwing langs de oevers. Na al die weken in de bergen en plattelandsplaatsjes te hebben vertoefd, kijk ik ook wel weer uit naar de drukte van een grote stad. En Guangzhou heeft toch maar even iets van zeven miljoen inwoners.

Xi rivier bij Guangzhou
Vroeg wakker kijk ik uit het raam naar het ontwakende landschap langs de Xi rivier.
Guangzhou
Kort voordat we aanleggen in de miljoenenstad Guangzhou, het vroegere Canton.

Om half tien leggen we dan aan bij de passagiersterminal en buiten proberen we ons te oriënteren op weg naar het Shamian eiland, een eiland in de Parelrivier dat door een gracht gescheiden is van de rest van het centrum. Dit is het historisch koloniale centrum van de stad en ook de plek waar een youth hostel gevestigd is. We moeten alleen een flink stuk lopen naar een bus die ons een eind in die richting brengt door de snikhete stad tussen de dampende uitlaatgassen. Ik voel me er niet beter op worden, ik heb een conditie van een kipfilet. De heupband van mijn rugzak knelt en drukt onbarmhartig op mijn zere buik.

Naar de dokter

In de hostel neem ik eerst maar even een douche en eet wat zoute koekjes en lychees als ontbijt. Daarna gaat het wel weer even met me, ik voel me nu in ieder geval fris en ga met Mandy en Yvette in de haven informeren naar de afvaartstijden van de boten naar Hongkong en Macau, de meest logische volgende bestemmingen op onze reis. De meiden willen gelijk naar Hongkong, ik heb meer tijd en wil eerst Macau gaan bekijken. 

Terug in de hostel, als ik merk dat mijn lichaam verder protesteert, zeg ik tegen de meiden dat ik naar een dokter toe ga, nu ik ook merk dat ik koorts begin te krijgen. Daarmee heb ik de mazzel dat we vlakbij het vijfsterren White Swan Hotel zitten, en dit soort hotels heeft altijd wel een arts inpandig. Ik moet er zelfs even op de gang wachten omdat de dokter nog met een andere patient bezig is.

You go quick!

De dokter is een vrouw van ongeveer 40 jaar en vraagt me vriendelijk op de behandeltafel te gaan liggen. Ik moet aanwijzen waar de pijn zit, waar ze vervolgens diep met haar vingers op drukt en dan in eens los laat. Ik kan wel zowat door het plafond vliegen van de pijn. En terwijl ik mijn t-shirt weer aantrek vertelt ze me dat ik naar het ziekenhuis toe moet gaan voor verder onderzoek, waarop ze mij twee papiertjes in de handen drukt: eentje met wat Chinese woorden voor haar collega en een kaartje van het ziekenhuis, “for the taxi driver” zegt ze. En dan: “you go there quick and don’t go by bus, you take taxi!”

We zouden slang gaan eten. Maar ik heb het gevoel of ik al slangen in mijn buik heb.

Maar eerst ga ik terug naar de youth hostel. Ik vertel Mandy en Yvette hoe de vlag erbij hangt en zeg dat ik geen idee heb wanneer ik terug ben. Hopelijk voor de avond, want we zouden slang gaan eten in een restaurantje hier even verderop. Schijnt erg lekker te zijn. Maar ik heb het gevoel alsof ik al slangen in mijn buik heb. Ik spreek af dat als het laat wordt, ik ze wel zal bellen in het hotel.

Drukken op de zere plek

De taxichauffeur scheurt als een gek door de stad naar de First Municipal People’s Hospital of Canton. Ik kan gelijk doorlopen en word opgevangen door een paar co-assistenten. En die gaan mij nog een keer uitgebreid onderzoeken. Alles weer van voren af aan. Bloed afnemen, plas doen en natuurlijk om de beurten lekker op die beurse plek in mijn buik drukken. Er worden meer witte jassen bijgehaald. En allemaal mogen ze even op mijn zere buik drukken. Ik geloof dat er uiteindelijk wel acht dokters, assistenten en verpleegkundigen gratis op mijn zere plek hebben mogen drukken. En dan lachen als ze mijn pijnlijk vetrokken gezicht zien.

Het is inmiddels al weer half zes als de oudste van de witte jassen, een kale dokter en kennelijk het hoofd van het stelletje, mij in het Engels komt vertellen dat ze hebben geconstateerd dat mijn blinde darm ontstoken is en niet zo’n klein beetje ook. Hij staat op springen en moet er zo snel mogelijk uit. Onder het mes dus. Liefst vanavond nog.

De bezienswaardigheid van de afdeling

Ik ben nog opgelucht ook als ik dat hoor. Blij dat het een doodnormale en goed te behandelen ding is en niet de een of andere tropische ziekte. Even later wordt er bevestigd dat de OK voor 9 uur vanavond gepland staat. Ik heb natuurljk duizend vragen en die worden allemaal netjes beantwoord. Ik krijg ook het gevoel dat ik ondertussen de bezienswaardigheid van de afdeling ben geworden want het is een aan en af lopen van witte jassen en dat voor een patient met een eenvoudige ontstoken blinde darm. Maar die patient is een blanke blondharige langneus en van dat soort hebben ze er hier niet zo veel. Ik ben een bezienswaardigheid in handen van een stel Chinese geneesheren -en dames en ze kunnen met me doen wat ze willen.

Getuigen

In de tussentijd heb ik kans gezien de youth hostel te bellen en Mandy aan de telefoon te krijgen om ze uit te leggen wat er gaat gebeuren. Ik heb ook echt wat spullen nodig uit mijn rugzak, want ik weet nog steeds niet hoeveel dagen ik in het ziekenhuis moet blijven. Na een uur zijn de meiden er al met een tasje met alles waar ik om vroeg: mijn walkman met cassettebandjes, mijn toilettas met daarin al mijn traveler’s cheques en een schoon setje kleren. De rest van de bagage ligt bij de youth hostel in een afgesloten kast op mijn terugkomst te wachten.

Dan komt er een witte jas die mij vraagt een handtekening te plaatsen voor toestemming om te mogen opereren. En tot hun verbazing moeten Yvette en Mandy ook hun handtekening zetten. Ik leg de dokter uit dat zij niet tot mijn familie behoren en vraag waarom het nodig is dat zij hun handtekening zetten. “Dat is omdat zij getuigen zijn van het feit dat ik mijn toestemming geef voor de operatie en dat ik volgens hun bij mijn volle verstand heb ingestemd”. Nou, vooruit dan maar. De hele verklaring is in het Chinees opgesteld, dus voor het zelfde geld hebben wij met zijn drieën zojuist mijn doodvonnis getekend.

Voorpret

Zodra de meiden weer zijn vertrokken komt een zuster met een mesje op mij af. Ze gaat me klaarmaken voor de operatie. Ik trek de inmiddels aan mij verstrekte witte pyjama uit zodat ze bij mijn buik kan en ze gaat met zichtbaar genoegen de bos haar op mijn buik te lijf met dat mes. Binnen een mum van tijd staan er vier, vijf, zeven verpleegsters om mijn bed heen om te zien hoe die buitenlander zijn weelderige dos buikhaar gaat verliezen. Niet alleen de plek rechts onderin mijn buik wordt geschoren, nee de hele buik tot net onder mijn borst. En er wordt wat af gegiecheld door de dames. Nou ja, voor een land waar het bij mannen ongewoon is dat ze begroeiing hebben op hun buik, armen en benen is het ook wel bijzonder.

Buiten westen

Dan word ik naar de OK gebracht, waar ik op een harde, koude stenen tafel mag gaan liggen en wordt aangesloten op allerlei apparaten die (gelukkig) heel erg veel lijken op apparaten die ze bij ons thuis ook in ziekenhuizen hebben. Ik mag voor de anesthesie kiezen uit de ’traditionele’ vorm, via acupunctuur, of de westerse vorm. Dan kies ik toch maar even voor dat laatste. Ik lig daar in totaal wel zo’n 30 minuten zonder dat er verder iets gebeurt. Ze laten me dus lekker lang voorpret hebben. Dan krijg ik, vanuit het niets, ineens een kapje over mijn mond gedrukt. “What you want for breakfast in the morning?” wordt er aan mij gevraagd en terwijl ik begin aan een opsomming van wat ik allemaal wel lekker zou vinden, ga ik buiten westen in het verre oosten.