Na een intensieve wandeltocht over de Heaphy Track ben ik gisteren neergestreken op de camping van Karamea, waar dezelfde avond nog een bruiloft werd gevierd. In de kleine slaapzaal van de camping, waar ik een bed heb geboekt was het de rest van de nacht een komen en gaan van beschonken bruiloftsgasten. Geen oog dicht gedaan natuurlijk. Verre van uitgerust verlaat ik vroeg in de ochtend de slaapzaal die bol staat van alcoholdampen voortgebracht uit knorrende zatlappen.

Publicatie van de dagboeken van mijn wereldreis in 1990 en 1991

Zondag 31 maart t/m dinsdag 2 april 1990

Zal je net zien…

dat het liften vandaag ook al niet lukt. Als er na een uur nog maar een paar auto’s voorbij zijn komen rijden, pak ik m’n boeltje op en begin maar te lopen in zuidwaartse richting, op weg naar het eerstvolgende dorp, Little Wanganui. En regen, die heb ik nog niet gehad vandaag. Maar dat kan er ook nog wel bij. Daar loop ik dan: niet uitgeslapen, zeiknat over een doodstille weg.

Dan stopt er een pick-up. Ik mag met mijn natte plunje in de achterbak mee voor een stukje. We rijden Litttle Wanganui voorbij: niet meer dan een paar boerderijen en een pub. Twee kilometer voorbij het gehucht eindigt mijn lift, wederom in the middle of nowhere. Maar de zon komt te voorschijn, wolken trekken weg waardoor ik weer vrij zicht krijg op de bergtoppen en het fraaie landschap. De stille weg leidt door een betoverende vallei langzaam omhoog en ik voel mijn stemming met de minuut beter worden. Alsof ik vooraf wist dat ik zou gaan worden meegenomen de laatste 75 kilometer helemaal tot aan Westport.

Kneuterig

En die lift die komt er na een half uurtje zo over deze prachtige weg te hebben gelopen. Zo mooi is het hier dat ik nu bijna spijt heb dat ik word opgepikt. Maar ik moet niet zeuren, want zonder een behoorlijk stuk vervoer heb ik vannacht niet eens een dak boven mijn hoofd in dit enorm dun bevolkte gebied. Om een uur of drie arriveer in Westport, de eerste plaats van enige betekenis sinds ik 9 dagen geleden Nelson verliet voor de Abel Tasman Coast Track.

Veel toeristen of backpackers zijn hier niet, reden waarom de enige hostel in het stadje, Dale’s Hostel, slechts zes bedden telt. Een kneuterig, home sweet home -achtig huisje, gerund door Dale, oud, dik en lelijk, maar zeer vriendelijk en makkelijk in de omgang. Ze brengt thee met heul veul cookies in de gezellige common room die als een echte huiskamer is ingericht compleet met tv, piano en hoogpolig tafelkleed. Ik zit daar de rest van de middag lekker in een grote fauteuil door oude National Geographics te bladeren, even later in het gezelschap van Amy en Janis, twee kiwi meiden die ook hebben ingecheckt. En het is weer onophoudelijk begonnen te regenen.

Vreetbui

Ik ben in een enorme vreetbui na al mijn dagen op de track, en nadat ik mijn zelf gekookte maaltijd achter de kiezen heb, ren ik door de regen naar de chinees aan de overkant voor nog een rijk gevulde chicken saté.

Ik zal zeker nog tot dinsdag in Westport moeten blijven omdat dan pas mijn vooruitgestuurde bagage bij het postkantoor afgehaald kan worden. Maar dat komt best wel goed uit. Ik kan wel even een adempauze gebruiken na al dat gewandel. Bovendien wil ik nog wat brieven naar Holland schrijven en zo.

Zeehondenkolonie

Maar dan krijg ik een aanbod van de kiwi-meiden om die ochtend met hun auto mee te rijden op een excursie naar Cape Foulwind, een tochtje van een kilometer of 15 buiten Westport. Vanaf de kliffen aan de Tasmanzee hier heb je uitzicht op een kolonie zeehonden die daar onder aan de rotsen hun leven leiden. Heel dicht bij kan je niet komen; de beesten schijnen vrij snel gestresst te worden door een overmatige belangstelling. En om een beetje af te kicken van mijn wandelavonturen van de afgelopen week doen we een korte klim naar de vuurtoren op de kaap.

westport
Onderweg naar Cape Foulwind op een winderige ochtend.
westport
De vuurtoren van Cape Foulwind is een mooi doel voor een korte wandeling.

De dames zetten mij weer af bij Dale’s Hostel en vertrekken daarna richting het zuiden. Ik blijf achter en Dale vraagt mij of ik vanmiddag op de hostel wil passen omdat de rest van de middag met de auto de stad uit is. Waarheen dat vertelt ze er niet bij. Ik ontvang drie nieuwe gasten en schrijf hun namen in het boek, voorzie ze van beddengoed en maak thee. En zo klus ik zowaar nog wat bij als caretaker van een hostel vandaag. Met op de tv vanmiddag een aflevering van Fawlty Towers. Toeval bestaat niet. En ik ben Basil Fawlty.

westport, zeehonden
westport, zeehonden
De zeehonden van Cape Foulwind liggen zo’n vijftien meter onder ons hun eigen leven te leiden.

Twee scenario’s

Op dinsdag ben ik nog steeds niet van mijn vreetbui af en in mijn vooruit gestuurde bagage die ik nu van het postkantoor kan afhalen vind ik nog een hele doos mueslirepen, waar ik vervolgens een flinke bres in sla. Ik neem me voor om dan morgen wel echt weer op pad te gaan. Plannen daarvoor maak ik gedurende de dag. Ik lees mijn Lonely Planet aandachtig door en luister naar verhalen van andere backpackers die vanuit het zuiden komen.

Ik kan kiezen uit twee scenario’s: via Arthur’s Pass de Nieuw-Zeelandse Alpen doorsteken richting Christchurch, waar het mooi weer is, of de westkust aanhoudend, die de weinig goeds belovende bijnaam Wet Coast heeft. Ik besluit het lot te tarten en het voor het tweede plan te gaan…

westport
Dames en heren gaan elk hun eigen weg hier in Westport.