Alles wat ze zeggen over Nieuw-Zeeland klopt: als je door dit land heen rijdt, verandert het landschap ieder kwartier. Maar dat dat ook zou gelden voor wandelingen, dat had ik niet verwacht. En wat ook klopt is dat steden en dorpen in Nieuw-Zeeland oersaai zijn. En nu kan je van Wanaka zeggen wat je wilt, maar het is zeker één van de mooist gelegen plaatsen van dit land. Pal aan het gelijknamige Lake Wanaka. Waarachter bergen uitnodigend liggen te lonken om bewandeld te worden, zoals Roys Peak.
Publicatie van de dagboeken van mijn wereldreis in 1990 en 1991
Zondag 7 april 1991
Laatste update: 16 maart 2023
Geschatte leestijd: 5 minuten
Lonkende pubs
Wanaka wordt eigenlijk overal in één adem genoemd met het gelijknamige meer waar het zo fraai aan ligt, met op de achtergrond de besneeuwde bergtoppen van Mount Aspiring National park. En omdat ook Wanaka qua plaats zelf bijzonder weinig te bieden heeft (los van een actieve middenstand en lonkende pubs), plan ik voor vandaag een wandeltocht. Bij Wanaka Bakpaka, waar ik logeer, raden ze me aan om dan toch zeker te gaan voor de top van Roys Peak, een berg van 1586 meter hoog, waar vandaan de uitzichten grandioos moeten zijn.
Het is zes kilometer lopen naar het begin van de track en dan nog acht kilometer klimmen. En dat keer twee: de zelfde weg weer terug. Voor ik het dorp uit loop koop ik bij een winkel nog een groot stuk Cadbury chocolade (fruit & nut), voor als ik een energie-dip krijg.
Feeëriek Wanaka
En terwijl ik zo langs de oevers van het feeërieke Lake Wanaka loop bedenk ik me opeens dat het vandaag de verjaardag is van mijn reis. Vandaag één jaar geleden begon ik op het kleine station van Zetten aan deze trip die me inmiddels tot het verste land ter wereld heeft gebracht. En terwijl ik daar zo over loop te mijmeren loop ik door een zeer idyllisch landschap met rechts van mij het meer en links wat oude schuren van boerderijen die hier niets dan alleen maar schapen rond hebben lopen.
En dan komt het bordje aan het begin van de klim. Nu nog acht kilometer omhoog. Eerst maar even mijn Cadbury reep aanspreken voor een stuk chocola aan het begin van de klim. Maar die is al half gesmolten door de warmte. Er is dus maar één remedie: het hele brok in één keer opeten.
Bergen maken hun eigen weer
Al snel kijk ik terug op Wanaka en verder over het meer helemaal tot aan de Haast-pas. En na ongeveer twee uur klimmen is de beloning een uitzicht van 360 graden rondom. En wat zie je dan allemaal? Nou in ieder geval héél Lake Wanaka met al zijn zijarmen en eilandjes, met daarachter de besneeuwde toppen van de Nieuw-Zeelandse Alpen. Een wereld aan je voeten.
Er staat daar boven wel een harde koude wind, dus na een kwartiertje vind ik het ook wel weer welletjes en aanvaard ik de terugtocht. En dan merk ik ook gelijk hoe de bergen hun eigen weer maken. Want vanuit het niets ontstaan er wolken boven mij en achter mij en ook onder mij totdat ik totaal in de mist loop. En als ik even later de mist uit ben, dan valt er regen uit de zich verzamelde wolken. Aan de overkant, in Wanaka, schijnt de zon. En dat doet nog steeds als ik het dorp aan het eind van de middag weer binnenloop. Eerst even langs de supermarkt, waar ik veel te veel eten insla omdat ik zo’n trek heb na de wandeltocht.
Morgen weer verder, nog wat dieper het zuiden van Nieuw-Zeeland in. Want daar schijnt nog veel meer moois te liggen.
1 reactie
Ik kan me voorstellen dat er in Nieuw-Zeeland gewoon zoveel hoogtepunten zijn dat je maar blijft zeggen dat het één van de mooiste plekken is. Ik ben echt een bergen-type, vind dat echt zo indrukwekkend en zou me in NZ zeker vermaken. Gaaf dat “luipaardenvel”, nog nooit ergens zoiets gezien 🙂