Een luide bons op de deur van onze cabin op de camping van Te Anau herinnert ons er aan dat de uitchecktijd nadert. Die is om 10 uur en we worden om 09h50 gewekt. Ik strompel mijn bed uit en ga in onderhandeling met de dame van de receptie. Die is vriendelijk maar resoluut. Als ze over mijn schouder kijkt, ziet ze een waar slagveld in onze cabin. Dat gaat binnen tien minuten niet meer opgeruimd worden. Voorlopig spreek ik af binnen een half uur uitgecheckt te zijn met zijn vieren, óf een extra nacht te hebben geboekt.
Publicatie van de dagboeken van mijn wereldreis in 1990 en 1991
Woensdag en donderdag 17 en 18 april 1991
Laatste update: 18 oktober 2020
Grieperig terug in Te Anau
Dan ga ik terug naar ons groepje van vier (Joanne en Deborah uit Canada en Jos uit Utrecht). We zijn gisteren met een matige conditie uit de Kepler Track gekomen. Drie van ons, waaronder ik, zijn flink verkouden tot grieperig en de meiden hebben allebei vette blaren op de voeten. Ik denk niet dat iemand zin heeft om vandaag uit Te Anau weg te gaan. Joanne is op de grond gaan liggen omdat ze het matras te zacht vond, over de verwarming hangen vier paar sokken te drogen en overal liggen spullen van iedereen. Het is gewoon een bende.
Ik bespreek de situatie met de anderen. Niemand voelt ervoor om nu al te vertrekken, dus stelt iedereen het vertrek naar de volgende bestemming met een dag uit. Ik haal bij iedereen 10 dollar op en loop naar de receptie om voor een nacht bij te betalen. Onze vierdaagse wandeltocht op de Kepler Track heeft er bij de meesten nogal ingehakt. Het is een pittige wandeling geweest, met name door de steile beklimmingen en afdalingen. Als iedereen dan toch eindelijk gedoucht en opgefrist is, kunnen we het dorp in om iets van ontbijt te organiseren. Ik kijk er niet van op dat uiteindelijk pas om half één een ieder met een bord English breakfast een een warme kop thee voor zijn neus in een locale kroeg zit.
De Te Anau Auto Deal
En zo zitten we nogal loom aan ons late ontbijt, binnen bij de kachel terwijl uit de radio Desperado van The Eagles klinkt. Een bijpassend melodramatisch deuntje op deze druilerige dag. Ik bestel even later twee pinten Guinness en twee rode wijn aan de bar, daar hebben we allemaal zin in. We hebben flink de blues.
Chris, de jongen achter de bar, vraagt mij wat onze reisplannen zijn want hij heeft een auto beschikbaar. De deal is simpel: hij heeft een auto geleend van een vriend uit Dunedin waarmee hij hier naar toe is komen rijden maar heeft geen tijd om de wagen terug te brengen. Of iemand van ons die auto morgen terug kan rijden. We kunnen er de hele dag over doen. Deb en Joanne moeten naar Queenstown, Jos ook en ik wil wel naar Dunedin. Ik spreek af de auto morgenochtend op tijd bij Chris op te halen.
Sandwiches
Ik wil om elf uur de volgende ochtend echt wel vertrokken zijn, dus spreek ik met Jos en de meiden af om om tien uur klaar te staan. Dat werkte: om tien voor elf zitten we allemaal in de auto klaar voor vertrek. Er is zelfs nog een extra plek voor Effi, een Duits meisje die ook naar Queenstown moet. Onderweg stoppen we in Kingston, een klein plaatsje met picknickbanken aan de oevers van Lake Wakitipu. Daar eten we allemaal de sandwiches met pindakaas en banaan op die Joanne vanochtend voor iedereen heeft klaargemaakt.
Totdat we voor de regen weer terug de auto in vluchten. In iets meer dan twee uur rijden zijn we in Queenstown waar ik iedereen bij de youth hostel afzet. Daar ter plekke besluit Jos dat hij toch met mij mee door wil rijden naar Dunedin. Prima, scheelt weer in de benzinekosten. Bovendien meldt zich nog een Australiër (Phil) voor de zelfde rit. Deb en Joanne laten we achter, maar niet zonder nog een vage afspraak te hebben gemaakt om nog eens samen een andere trek te lopen.
Bijna Nederland
De rit naar Dunedin duurt bijna vier uur. Onderweg pik ik nog twee lifters op, waar Jos niet blij mee is want hij betaalt wel voor benzine (8 dollar) en de lifters niet. Maar hij hoeft natuurlijk niet in de regen staan te wachten op een lift. Ik ben een beetje klaar met deze domme man.
Als we aan het einde van de middag Dunedin binnenrijden, stuur ik op een youth hostel af waar ik iedereen af kan zetten. Voor me zelf heb ik een ander overnachtingsadres geregeld. Een jaar geleden arriveerde ik met de trein in Beijing, waar ik een afspraak had met vriend Arie. Hij was onderweg van Nieuw-Zeeland naar Nederland en ik exact de omgekeerde richting. Nu ben ik in zijn woonplaats aangekomen. En hoewel Arie nog steeds in Europa aan het rondreizen is, kan ik bij zijn moeder thuis logeren. Er wacht mij een warm welkom bij de ooit uit Nederland geëmigreerde familie van Dijk. Alles in het huis ademt Nederlandse sfeer. Aan de muur Delftsblauwe tegeltjes, een schilderijtje met een Hollands tafereel en er hangt zelfs een ouderwetse spruitjeslucht. Zover van je eigen land en dan toch zo dicht bij.