Zuidelijker dan Wellington kan je op het Noordereiland van Nieuw-Zeeland niet gaan, het eindigt hier. Maar gelukkig heeft het land nog een vervolg. Een deel twee. En dat is het Zuidereiland. Ik heb me zelfs laten vertellen dat dat vervolg nóg mooier is dan alles wat ik tot nu toe op het Noordereiland te zien heb gekregen. Om te beginnen met Queen Charlotte Drive, de weg die je de Marlborough Sounds van de landzijde laat zien.
Publicatie van de dagboeken van mijn wereldreis in 1990 en 1991
Woensdag en donderdag 20 en 21 maart 1990
Overtocht naar het Zuidereiland
Met een shuttlebusje ga ik naar de haven waar de veerboot naar het Zuidereiland vertrekt, een kilometer of vier buiten de stad. Voor 27 dollar verwerf ik een plekje op de boot die om 10 uur zal gaan vertrekken. Het weer is perfect voor een zeereis: zonnig, helder en, allerbelangrijkst voor mijn zwakke maag: zo goed als windstil.
Op het dek maak ik een praatje met een Canadees die in zijn eentje met de auto door het land aan het toeren is. We hebben allebei het zelfde doel voor vandaag: Nelson op het Zuidereiland. Vriendelijk biedt hij mij een lift aan. Ik hoef straks alleen maar op de liftplek buiten de haven te gaan staan en dan zal hij me oppikken.
De hele overtocht duurt drie uur, maar ik verveel me geen moment. Je hebt eigenlijk het hele stuk over de Cook Strait wel land in zicht en het laatste uur vaar je prachtig door de Marlborough Sounds, een zeearm die diep het Zuidereiland in reikt vol met (schier)eilandjes. Je kijkt uit op geïsoleerde baaien en strandjes en ik bedenk me hoe mooi het toch zou zijn als je nu je eigen bootje zou hebben.
Gestrand langs de Queen Charlotte Drive
Om één uur leggen we dan aan in Picton, het kleine havenplaatsje diep verscholen aan het eind van een zeearm van de Marlborough Sounds. Ik loop gelijk naar de plek waar de auto’s uit de ferry komen om mijn Canadese liftgever weer te ontmoeten, om te bemerken dat hij mij met een stoïcijnse blik voorbij rijdt in zijn luxe wagen. Wat een patser zeg. Maar ondertussen droogt ook de stroom auto’s op, die de weg in de richting van Havelock en Nelson op gaan. En dat terwijl de Queen Charlotte Drive wellicht de mooiste scenic road van het land is. Het is een zeer bochtige weg langs dromerige baaien, riviervalleien en verscholen strandjes.
Uiteindelijk stopt er een truck van een aannemer, die even verderop moet zijn, in Momorangi Bay. Dat is nog niet halverwege Havelock, de eerste plaats met iets van een overnachtingsplaats en winkels. En dan blijkt dat hierna er nog maar twee of drie auto’s per uur (!) op deze weg rijden, die dan ook nog eens niet verder gaan dan Momorangi Bay. Er staan vijftien, misschien twintig huizen en dat is het dan wel. Tegen de avond word ik opgemerkt door één van de inwoners van dit overigens paradijselijke stukje Nieuw-Zeeland en krijg ik dan wel geen lift, maar wel het aanbod om in het tuinhuisje van de familie de nacht door te brengen. Dat is dan toch wel weer heel gastvrij.
Het lot bepaalt langs Queen Charlotte Drive
De volgende ochtend is het warm. Je zou niet zeggen dat op de 21e maart hier de herfst vandaag begonnen is. Ik vat weer post langs de Queen Charlotte Drive, maar begin ook gelijk maar te lopen in de richting van Havelock. Dan schiet ik voor m’n gevoel tenminste nog iets op. Maar ver hoef ik niet te lopen, want prompt stopt er een autootje die me de lang verwachte lift naar Havelock geeft. Het is een toeristisch plaatsje, compleet met jachthaven, winkels en een gezellige bedrijvigheid. En terwijl ik mij langs de kant van de weg aan het oriënteren ben en mij aan het afvragen ben om hier te blijven of om door te reizen naar Nelson, stopt er al weer een auto. Een aardige mevrouw vraagt of ik een lift wil naar Nelson. Het lot bepaalt dus dat ik vandaag niet in Havelock blijf.
Maar wat een extreme liftervaringen deze dagen: gisteren de langste wachttijd bij het liften en vandaag de kortste wachttijd. En ook de rit door naar Nelson gaat door het meest sprookjesachtige landschap dat je je maar kan voorstellen op deze zonnige eerste herfstochtend. Langs diepblauwe baaien en door valleien met mistflarden. Ik word in het centrum van Nelson afgezet en kan alvast mijn bagage kwijt in de 125 Backpackers Hostel.
Voorbereidingen voor verdere tochten
De rest van de dag staat in het teken van de voorbereidingen voor twee treks die ik de komende week achter elkaar wil gaan maken. En dat gaat zo:
1) De zak met vuile was ledigen en alles in de wasmachine van de hostel stoppen
2) Informatie over de treks inwinnen en de benodigde kaarten kopen
3) Levensmiddelen inkopen voor een hele week in één van de supermarkten
4) Overbodige spullen voor tijdens de treks uit de rugzak halen en in een pakket vooruit sturen naar de plaats waar ik verwacht te eindigen: Westport.
5) Mijn rugzak slim inpakken met vooral veel levensmiddelen én onmisbaar: de warme lila slaapzak
De eerste tocht die ik ga lopen is de Abel Tasman Coast Trek, gevolgd door de Heaphy Trek. Vooral de laatste trek voert door dunbevolkt gebied dus het is van belang om voldoende voedsel bij me te hebben, zoals muesli, chocolade, fruit, melkpoeder en voor ’s avonds een gevriesdroogde maaltijd. In de avond spreek ik meerdere mensen die met name de Abel Tasman Trek gaan doen, een niet al te moeilijke wandeltocht van drie dagen. Ik kan haast niet wachten!
3 reacties
Lijkt me ook een heerlijke plek, dat Nieuw Zeeland. Misschien maar is wat boeken.. 😉
Joris
Zou ik zeker doen Joris! Maar zorg dan wel dat je niet later dan maart er heen gaat of weer vanaf oktober/november als het weer voorjaar wordt daar.
Leuke blog.