Howards Lodge is zo’n hostel waar je dagen zou willen blijven hangen. Ware het niet dat er in het gehucht National Park, op een driesprong aan de rand van het Tongariro National Park nagenoeg niets te beleven valt. En ik ben wel voor de actie naar Nieuw-Zeeland gekomen. Dus pak in op een wederom stralende ochtend mijn spullen voor de volgende fase van mijn tocht door over het Noordereiland van Nieuw-Zeeland: Palmerston North.

Foto: Geoff J Mckay on Foter.com / CC BY

Publicatie van de dagboeken van mijn wereldreis in 1990 en 1991

Zaterdag 16 en zondag 17 maart 1991

Wat hieraan vooraf ging lees je in:

Tongariro Northern Circuit: een Great Walk

Laatste update: 30 december 2022

Estimated reading time: 6 minuten


Op bezoek bij de Kiwi’s in Palmerston North

Nu is het dan tijd om een paar echte Kiwi’s met een bezoek te gaan vereren. Ik bedoel dan niet de vogels, maar een paar inwoners van Nieuw-Zeeland. Tijdens hun verblijf in Nederland heb ik David en Karen leren kennen. Zij verbleven 18 maanden in Wageningen, waar David onderzoek deed naar gras aan de Landbouw Universiteit. Als echte Kiwi’s waren zij zeer reislustig en namen dan ook elke gelegenheid waar om een stukje Europa te verkennen. Ik boekte dan die reisjes voor ze.

Nu ben ik in de buurt, dus bel ik Karen in de ochtend op om te vragen of het uitkomt dat ik vandaag even op bezoek kom. Geen probleem natuurlijk, want de Kiwi’s zijn zo gastvrij, daar ben je altijd welkom. Zeggen dat ik vandaag langs kom is één ding. Weg komen uit dit ontzettende gehucht is weer even wat anders. Ik moet naar Palmerston North, zo’n 200 kilometer verder zuidwaarts. Gelukkig heb ik vanaf mijn liftplek nog één maal een prachtig uitzicht op het Tongariro massief. Nu ook weer voor een deel door wolken ingepakt.

tongariro
Een laatste blik op het Tongariro massief vanaf mijn liftplek.

Het nette stadje Palmerston North

Dan stopt er een auto met daarin, nota bene, een Duitser. Zodra hij weet dat ik uit Nederland kom, gaat het direct van “na ja, dann sprechen wir selbstverständlich Deutsch”. Natuurlijk joh, op 18000 kilometer van huis. Wat een pannenkoek. Na 34 kilometer, bij Raetihi, sta ik weer op het asfalt met de duim omhoog. Ook hier zeer weinig verkeer, maar dan stopt er een Rover met daarin een vrouw, die mij helemaal tot aan de kust bij Whanganui kan brengen. Ze is zo gastvrij om mij bij haar thuis uit te nodigen, wat ik helaas af moet slaan vanwege mijn afspraak met Karen en David.


De weg slingert zich door een afwisselend bergachtig landschap en het laatste stuk parallel aan de Whanganui River. Vanaf Whanganui kan ik al snel een lift krijgen helemaal tot Palmerston North met een jong Maori gezin. Moeder wordt naar het kind op de achterbank gestuurd door vader, die achter het stuur zit. Anders zou het kind bang worden van mij.

Palmerston North is een ordelijk stadje, met kaarsrechte wegen en in het centrum een groot vierkant park waaromheen zich de belangrijkste winkels, pubs en kerk bevinden. Ik bezondig mij aan een lunch bij de MacDonalds, waarna ik een telefooncel opzoek om Karen thuis te bellen. Niet veel later zit ik bij de familie met hun twee jonge dochtertjes aan de thee, waarna David me op sleeptouw neemt met een toeristische rondrit door Palmerston North, een stadje dat zo mogelijk nog minder bezienswaardigheden heeft dan Surhuisterveen op zondagmiddag. We rijden ondermeer naar Anzac park waar je bij de Cliffs een serieus mooi uitzicht hebt over zowel de Manawatu rivier als daarachter het centrum van Palmerston North.

Bonkend over graspollen

Het spreekt vanzelf dat ik blijf logeren en de volgende dag heeft David alweer een aantrekkelijk programma geregeld. Maar dan moet ik eerst even af zien te komen van die vreselijk prikkende ogen en het gepiep uit m’n longen. Ik lijk wel een oud mannetje, zo loop ik te puffen. Het blijkt dat de kat mijn bed overdag als zijn bed had gebruikt. Heb ik midden tussen al die kattenharen liggen slapen, waar ik behoorlijk allergisch voor ben. Een uurtje buiten in de tuin in de frisse lucht doet wonderen.

Ondertussen legt David uit dat we naar zijn broer gaan die op een boerderij verder ‘up country’ woont. We rijden een fraaie bergweg over de Tararua Range, een bergketen die van noord naar zuid over het onderste deel van het Noorder Eiland loopt. Bij Featherston slaan we links af naar Lake Wairarapa, waar de boerderij van Peter ligt. Bij aankomst is Peter niet op het erf, maar volgens zijn knecht is hij op het land te vinden. We kunnen wel even een paar motorfietsen gebruiken om hem op te zoeken. En even later bonken David en ik ieder op een oude Triumph over de graspollen over het 800 ha. grote land waar we Peter een paar kilometer verderop vinden met een grasmaaier. Hij geeft ons een rondleiding over zijn landerijen, prachtig gelegen tussen Lake Wairarapa en de Rimutaka Range, een bergketen waarachter de hoofdstad Wellington zich schuil houdt.

palmerston north
Groepsfoto met Karen en David op het erf van boer Peter.

Boerenbuffet

We besteden de dag lekker buiten op en rond de boerderij. Op het terras een tafel met een heerlijk boerenbuffet voor de lunch, die naadloos overgaat in afternoon tea en dinner: de tafel is nooit leeg. Ik geniet van de gastvrijheid van al deze vriendelijke Kiwi’s. En natuurlijk moet ik ook hier blijven logeren. David en Karen keren na het avondeten weer naar huis, maar niet voordat we nog even met z’n allen op de foto zijn gegaan. En Peter zal me morgen een heel stuk richting Wellington kunnen brengen. Dat vind ik natuurlijk helemaal prima.

Voor het vervolg van mijn reis, lees verder:

Wellington en wat je er in twee dagen kan doen