Met nog nagloeiende kuiten van mijn wandeling over de Routeburn Track heb ik gisterenavond op de camping in Te Anau al weer plannen zitten maken voor een nieuwe tocht. Want daar aan de overkant van het gelijknamige meer lonkt een schitterend wandelgebied. Daar doorheen loopt de Kepler Track. Vandaar dat ik gisteren nog snel een nieuwe voorraad levensmiddelen heb ingeslagen, voldoende voor een dag of vier. Klaar voor een nieuwe tramp zoals de kiwi’s een trektocht noemen.

Publicatie van de dagboeken van mijn wereldreis in 1990 en 1991

Zaterdag 13 t/m dinsdag 16 april 1991

Wat hieraan vooraf ging lees je in:

Milford Sound: 100% Nieuw Zeeland

Geschatte leestijd: 8 minuten

Laatste update: 18 november 2021


Kepler Track: een rondje van 60km

Een kleine internationale groep met de zelfde plannen heeft zich inmiddels gevormd op de camping: Jim (USA), Bo (heet eigenlijk Boukje, dus uit Nederland), Matt (New York), Jos (NL) en Phil (Duitsland). Ik vertrek zelf wat eerder, want ik moet nog filmrolletjes kopen in het dorp. Met de anderen spreek ik af ze later op de track vast wel tegen te komen.

De Kepler Track maakt een rondje van ca. 60 kilometer, plus dan nog 5 kilometer van en naar Te Anau, het eerste stuk rond het meer. Bij Control Gates, een sluis waardoor de Waiau River in Lake Te Anau stroomt, begint de Kepler Track dan ook echt. De wandeling staat te boek als moeilijker dan de Routeburn Track, maar daar lijkt het eerste uur niet op. Het is een comfortabel wandelingetje langs het meer, met mooie stranden langs de oever met zacht golvend zand. Maar het is te vroeg om nu al te gaan zwemmen.

Het betere klimwerk

Vanaf Brod Bay begint het betere klimwerk. Het pad gaat via lussen door maagdelijk regenwoud omhoog. De rest van de dag ben ik dan wel bezig met het hoogteverschil van ruim 800 meter te overbruggen. De motor draait lekker en soepeler dan verwacht neem ik de ene na de andere bocht omhoog. Kort voor de boomgrens las ik een lunchpauze in. Nadat ik uit de bossen ben loopt het pad wat minder steil verder omhoog. Door het ontbreken van bomen word ik nu getrakteerd op de meest waanzinnige vergezichten in de richting van Te Anau, het meer en nog veel verder.

Halverwege de middag tik ik aan bij de Mount Luxmore berghut, waar de anderen inmiddels ook gearriveerd zijn. Ik gooi mijn rugzak af en ga zitten in de grote gemeenschappelijke ruimte. Daar zijn behalve het internationale groepje ook twee oudere Kiwi echtparen aanwezig zijn, die het hoogste woord hebben.

Buitenaardse wezens

Als we een zwaar geronk horen lopen we allemaal naar buiten om ineens een helikopter te zien landen. Er stappen vier Japanse toeristen uit, die wat verdwaasd en stuurloos rondlopen, wat foto’s maken en dan weer aan boord gaan. Binnen vijf minuten is de stilte weergekeerd. Waren dit buitenaardse wezens? Iedereen heeft een beetje dat zelfde gevoel.

Na zonsondergang begint een nieuw schouwspel: een onbelemmerd uitzicht op de melkweg. Deze plek, de uitzichten, de stilte, het gezelschap, dat alles draagt bij aan een onvergetelijke avond.

Zwaar te verduren op de Kepler Track

De oranje gloed door de ramen kondigt opnieuw een stralende dag aan. Buiten de hut zie ik dat het meer aan het zicht onttrokken is. In plaats daarvan kijken we uit op een witte deken van wolken beneden ons. Jim en Bo zijn al weer vertrokken en ook ik ben vlot op weg, zien wat de Kepler Track nog meer in petto heeft. Weer verder klimmen tot vlak onder de top van Mount Luxmore (1472 meter). Via een zijpad, waar de Kepler Track verder loopt, kan ik de top ook nog bereiken. Er waait een ijzige wind op dit laatste stuk. Terug op het pad loop ik de twee Kiwi-seniorenstellen tegen het lijf, die het best zwaar te verduren hebben: klimmen terwijl ze blootgesteld staan aan gure winden. Kort daarop volgt Jos samen met Debora en Joanne (Canada), die als één van de laatsten uit de hut vertrokken zijn.

Bij de kachel in Iris Burn hut

Nu we op het hoogste punt van de Kepler Track zijn, maakt Allister (NZ) een foto van ons vieren en we nemen even pauze voor koek en koffie. Wat smaakt die goed op deze hoogte. Het pad volgt verder de bergkammen voor een heel eind voordat vrij abrupt de afdaling begint. Onderweg maken we nog wat fotostops en een sneeuwballengevecht-stop. De afdaling naar het dal waar de Iris Burn hut zich bevindt, vergt nog wel het een en ander van de knieën.

Bij de Iris Burn hut aangekomen is het al weer een en al gezelligheid en binnen brandt een kachel. Dat is prima, want het wordt kouder en het draait zo op regen uit is de verwachting. De kiwi’s komen strompelend als laatste binnen. Op dit deel van de Kepler Track zijn ze een stuk stiller dan gisterenavond in de hut.

Superlatieven van de Kepler Track

Dag drie van de Kepler Track is een rustig dagje want je loopt alleen maar over vlak terrein en je zou in één keer terug naar Te Anau kunnen lopen, maar onze wandelclub heeft het erg leuk met elkaar en dus hebben we afgesproken elkaar in de Moturau hut aan Lake Manapouri vanavond weer te treffen. En dat blijkt niet voor niets want Lake Manapouri is een verbluffend mooi meer. En omdat het toch weer een warme dag is geworden nemen we na aankomst in de hut de rest van de middag vrij en gaan heerlijk zwemmen. Maar dat valt nog niet mee in dat ijskoude water!

Dit is een paradijselijk stukje Nieuw-Zeeland. Het is moeilijk om niet in superlatieven te vervallen, maar dat overkomt je nu eenmaal als je in dit land van het ene naar het andere hoogtepunt dwaalt. En toch geloof ik dat dit strand aan Lake Manapouri bij de Moturau hut het mooiste plekje in het mooiste land ter wereld is. Echt waar. Hierna kan het alleen nog maar minder worden.

lake manapouri
Het kabbelende water van Lake Manapouri.
Bootje, strandje, meertje, hier hadden we allemaal nog wel een dag extra willen blijven.

Tea

En om die reden valt het dan ook zwaar om in de ochtend van dinsdag 16 april dit paradijs te moeten verlaten en erger nog: weer terug naar de bewoonde wereld te moeten. Iedereen is een beetje in mineur. Een dag langer blijven? Zo ver reikt onze voedselvoorraad niet. Maar door al dat gemijmer vertrekken de meesten van ons pas rond half twaalf uit de hut voor het laatste deel van de Kepler Track. Ook weer een redelijk vlak tracé langs het meer, dan langs de Waiau rivier en door wat moerassig land. En terwijl we onze koek-en-koffie-stop houden loopt er een ouder Engels stel langs die opnamen van ons maakt met hun filmcamera; geen idee met welk doel.

En tijdens de tea, een gebruik dat de Canadese dames ons hebben opgedrongen, schudden we alle eetbare dingen uit onze rugzakken en maken er een buffetje van: tonijn, kaas, muesli-repen, chocolade, honing, etc. Door al deze uitgebreide rustpauzes zit het tempo er nog steeds niet goed in en tegen een uur of vier is het einde van de Kepler Track nog lang niet in zicht. Ik besluit dan ook maar het tempo op te voeren en voorop te gaan lopen.

Zo arriveren we toch nog om kwart over zes (!) bij de camping in Te Anau waar we voor vier personen een cabin huren. Na een verkwikkende douche is iedereen weer fit genoeg voor een hamburger en een paar bier. En dat is dan toch ook wel weer heel erg fijn.

Voor het vervolg van mijn reis, lees verder:

De blues in Te Anau