Ook in Nieuw-Zeeland heb je niet functionerende weervoorspellers. Toen ik eergisteren op de nationale tv de weerberichten met grote belangstelling bekeek, werden er vele dagen met zonneschijn voorgespiegeld. De hut warden vertelt ons vanochtend dat er voor vandaag regen en wind op het menu staan. “The mountains make their own weather here” is zijn antwoord op mijn opmerking dat dit niet volgens het plan is. 

Publicatie van de dagboeken van mijn wereldreis in 1990 en 1991

Maandag 22 t/m woensdag 24 april 2001

Geen deadlines

fiordland
Het regenwoud van het Fiordland, met zijn bemoste bomen en varens. Betoverend mooi.

Wandelen in een gezelschap gaat toch wel weer anders dan in je uppie. Het wachten op elkaar is het wisselgeld dat je betaalt voor je gezelschap. Ik kan heel goed met mezelf optrekken, maar een beetje gezelschap op z’n tijd is meer dan welkom. En in de bergen heb je geen dienstregelingen of deadlines. Waarom zou ik me dan nog haasten? Dus vind ik het prima om desnoods tot vanmiddag vijf uur te wachten op Deborah, Evi, Joanne en Chris.

Ik maak gebruik van de tijd om mijn bagage nog even extra waterdicht te maken. Maar ineens zijn we dan toch op pad. Over het stuk terug naar Lake Howden doen we de volle drie uur die er voor staan. Vanaf Lake Howden begint dan toch de Greenstone Track. Maar voordat we verder gaan, komt het proviand tevoorschijn. Het is lunchtijd. We doen ons tegoed aan mueslirepen, appels, chocolade, koffie en koek.

Zompig

Het weer is toch minder nat dan de laatste voorspellingen deden geloven: op wat motregen na blijft het droog. Wel een pittige wind, maar die waait ons in de rug. Prima zo. De Greenstone Track is op papier een relatief eenvoudige track. Je volgt de loop van de Greenstone River en er zitten geen klimpartijen in de route. Maar dat wil niet zeggen dat het direct een makkie is. We merken al snel dat de bodem aardig zompig is, wat het lopen zwaar maakt.

greenstone track
Het dal van de Greenstone River, dat we drie dagen lang volgen.

Met dikke klompen modder aan onze schoenen arriveren we tegen de avond bij de McKellar hut. Het is een kleine, sfeervolle hut met alle 20 bedden in de zelfde ruimte. We zijn de eersten, dus aan ons de taak om de kachel aan te maken. Terwijl ik me daarmee bezig houd, zit de rest van de groep om de grote stamtafel. De één bereidt wat eten, de ander zit te schrijven of zit gewoon te kletsen. We hebben het over onze levens na de reis. Iedereen van ons is aan een lange reis bezig. Die van mij is bijna ten einde, die van anderen net begonnen.

greenstone track
Een zeldzame hangbrug langs de Greenstone Track, meestal moeten we dit soort beken doorwaden.

Onafscheidelijk

Op dinsdag word ik wakker van de geur van koffie. Deb is al druk in de weer voor ons. Buiten is het vochtig van de motregen. Op de inmiddels gebruikelijke trage wijze wordt er ontbeten. En het inpakken verloopt chaotisch. Chris en ik zijn al lang klaar en zitten op de veranda van de hut. We roken een sigaretje, wat lekker is na de koffie en broodjes kaas. Met z’n vijven vertrekken we weer als laatsten.

Er staat ons zo mogelijk een nog veel meer baggerig traject te wachten dan gisteren. Omdat we ook veel beken moeten doorkruisen heeft dat als voordeel dat we dan weer de modder van onze schoenen kunnen spoelen. De Greenstone Track wordt niet zo mooi onderhouden als de Routeburn of de Kepler Tracks. Hier geen boardwalks of bruggetjes op de moerassige plekken.

Tijdens onze middagpauze, die we dit keer lekker in het zonnetje genieten, inspecteert Evi de enkel van Deb. Die is weer gaan opspelen en Evi is verpleegkundige, vandaar. Ondertussen houd ik mijn eigen fotosafari richting een paar putakitaki’s, oftewel paradijseenden. Dit is een inheemse eend die je alleen in Nieuw-Zeeland treft. De broedparen zijn onafscheidelijk. Je ziet ze nooit alleen, altijd samen. Het mannetje met een zwarte en het vrouwtje met een witte kop. Het mannetje doet zonk zonk en het vrouwtje antwoordt met ziik ziik. Een prachtig duet.

paradijseend
Een paar putakitaki’s, oftewel paradijseenden; één van de meest monogame vogelsoorten die er bestaat.
greenstone track
Mijn wandelgenoten op de Greenstone Track tijdens één van onze rustpauzes. Altijd weer een klein culinair feestje.

Jagers

Als we tegen half vijf bij de Mid Greenstone Hut aankomen blijkt die al vol te zijn. Alle twaalf de bedden zijn bezet. We zullen dus nog even verder moeten tot de volgende hut. De meiden zijn teleurgesteld, maar hier blijven is geen optie. Ik maak snel wat koffie en tover nog een heel tablet Cadbury chocolade tevoorschijn. En terwijl we daarmee nieuwe kracht tanken verschijnen er twee jagers op paarden plus een stuk of acht honden. De mannen jagen op herten. Daar zijn er te veel van in het Fiordland National Park. Foto’s moeten gemaakt worden.

greenstone track
Marlboro country? Nee, gewoon jagers langs de Greenstone Track.

Nu is het zaak om door te pakken, want anders halen we de volgende hut niet voor het donker. En zo goed is het pad hier niet zichtbaar tussen het hoge gras. We redden het dan ook maar net. Het schemert al flink als we de Sly Burn Hut naderen. De hut blijkt nog leeg. Ook hier zijn iets van twaalf bedden. Ik begin direct de kachel aan te maken wat niet meevalt met al het natte hout. De groep voor ons heeft geen hout droog gelegd. Maar even later laait er een lekker vuurtje.

greenstone track
De Sly Burn hut is niet groot, maar wel erg knus.

Afscheid van de bush

En dan is het woensdag echt de laatste dag in de bush voor mij. Voor we de hut verlaten sprokkelen we nog wat hout voor de volgende groep. Wij wel. Dan kan dat nog even drogen vandaag. Helaas is er wel een deadline vandaag. Want om drie uur moeten we aan het eind van de track zijn bij Greenstone Wharf, gelegen aan Lake Wakatipu. Daarvandaan zal dan een bootje naar de bewoonde wereld vertrekken.

Toch presteren wij het als groepje om ook dan pas om half elf te vertrekken uit de hut. We lopen een stuk over de flank van een berg met onder ons de Greenstone River die hier door een nauw dal stroomt. De modder van het pad zuigt weer aan onze wandelschoenen. Al glibberend bereiken we een bocht in de rivier. Het is hier weer zo mooi dat we een korte pauze niet kunnen weerstaan. We ploeteren verder over een paar keienvelden, afkomstig van lawines.

greenstone track
De Greenstone River wordt breder naarmate deze zijn monding in Lake Wakatipu nadert.

Nog weer verderop doorwaden we een paar diepe beken. Waar de beken breder worden staan er hangbruggen voor ons klaar. Dat is dan wel weer netjes gedaan door het Department of Conservation, zeg maar het Nieuw-Zeelandse staatsbosbeheer. De aanwezigheid van deze bruggen verraadt ook tegelijk het einde van het pad dat nu niet ver meer kan zijn. We tikken zelfs een kwartier voor het bootje vertrekt aan bij de aanlegsteiger. Dat geeft ons mooi nog even tijd voor een late lunch. Kaas, tonijn en brood komen weer tevoorschijn.

greenstone track
Aan het einde van de Greenstone Track ligt de dagelijkse ferry op ons te wachten die ons weer naar de bewoonde wereld terug brengt.

Blues in Queenstown

Het bootje brengt ons uiteindelijk in Glenorchy. Omdat we daar een uur de tijd hebben voor er vervoer terug naar Queenstown gaat, duiken we de pub maar in. Deb en ik aan een grote pul bitter. Evi, Chris en Joanne hebben hun zinnen op ijs gezet. Zo heeft ieder zo zijn eigen behoeftes.

In Queenstown checken we in bij de YHA (jeugdherberg) en neem ik een lange, warme douche. De laatste restjes bush spoelen door het putje en daarna ben ik om door een ringetje te halen. We vieren het voltooien van de Greenstone Track met een heerlijk avondje uit in het centrum van Queenstown. We belanden in een pub met live blues muziek. En als ik daar zo zit te luisteren naar de muziek, dan hoor ik het weer… Zonk Zonk…Ziik Ziik.