Gisteren heb ik mijn knopen (en mijn geld) geteld. Wat te doen met de laatste tien dagen die ik nog heb hier op het Zuidereiland van Nieuw-Zeeland? De laatste tien dagen van mijn wereldreis van nu bijna dertien maanden. De gunstige weerberichten gaven met het laatste zetje. Ik ga terug voor nog een tramp in het Fiordland National Park. Nog één keer close met de unieke natuur van dit land. Vandaag maak ik mijn rentree.

Publicatie van de dagboeken van mijn wereldreis in 1990 en 1991

Zondag 21 april 1991

Met militaire precisie op weg naar Fiordland National Park

Mijn plan om vanavond al in de MacKenzie Hut op de Routeburn Track te overnachten moet met militaire precisie worden uitgevoerd. Ik moet zien om de bus naar Milford Sound van 10h30 uit Te Anau te halen. Maar Te Anau ligt nog wel op 290 kilometer van Dunedin vandaan. Dus sta ik voor dag en dauw op en trap het gas van de Toyota diep in.

Op dit vroege tijdstip is er nog nauwelijks verkeer. Het eerste stuk word ik nog bijgelicht door een laagstaande maan die het hele stuk met mij mee reist. Gezellig. De ochtendschemering zorgt er voor dat de maan steeds bleker wordt, totdat deze volledig overstraald wordt door de klimmende zon, die het landschap in lichterlaaie zet.

schapen nieuw-zeeland
Kort na zonsopkomst ergens langs de weg in de buurt van Gore.

Rookmachines

Rollende heuvels met in de dalen mistbanken alsof ze reusachtige rookmachines aan het werk hebben gezet. Op sommige plekken zijn de mistbanken maar enkele decimeters hoog, waardoor het lijkt alsof de schapen zonder poten met hun wollige buiken op de wolken drijven.

Behalve een paar snelle fotostops, houd ik even halt in Gore om benzine te kopen en een kop koffie. Voorbij Lumsden worden krijg ik een steeds beter zicht op de toppen van het Fiordland National Park. Bestrooid met verse sneeuw. De ultieme roadtrip: voor me ligt een lint van zwart asfalt. Het ligt als een draad over de groene heuvels gedrapeerd. Met een achtergrond van besneeuwde pieken die steeds dichterbij komen.

Fiordland
Onderweg van Dunedin naar Te Anau krijg je bij helder weer al snel de besneeuwde pieken van het Fiordland National Park in het vizier.

Om tien over tien rijd ik Te Anau binnen. De auto parkeer ik bij de jeugdherberg en laat de sleutels bij de receptie achter, zoals afgesproken. Tegenover de jeugdherberg staat de Intercity bus naar Milford Sound al klaar om te vertrekken. Wat een planning toch weer.

IJskoude verrassing in Fiordland National Park

Ik rijd niet het hele stuk mee tot Milford Sound, maar stap uit bij de Divide. Dat is een plek langs de Te Anau- Milford Highway van waar je toegang hebt tot de Routeburn Track. De Bus maakt nog enkele fotostops. Zo kan ik toch nog wat extra plaatjes schieten van het landschap op deze knisperige morgen.

mirror lakes in fiordland national park
Langs de Te Anau – Milford Highway worden diverse fotostops gemaakt, zoals hier bij de Mirror Lakes.
fiordland national park
De Eglington Flats vormen het brede dal van de gelijknamige rivier.

Als de bus wegrijdt richting Milford Sound ben ik de enige die uitgestapt is op de Divide. Ik laaf mij aan de geluiden en geuren van de bossen hier in het Fiordland National Park. Er is gisteren verse sneeuw gevallen. Ik had al gezien dat de sneeuwgrens al een stuk lager ligt dan toen ik hier voor het laatst was.

De laagstaande herfstzon zet de met mos begroeide bomen in een sprookjesachtige gloed. Overal om me heen voel en hoor ik plakjes smeltende sneeuw met een zachte plof op de grond vallen. Mijn hoed, model Crocodile Dundee, voorkomt dat ik om de zoveel tijd een ijskoude verrassing in mijn nek krijg.

fiordland national park
De goudgelde herfstzon zet het bos in een sprookjesachtige gloed.

Power nap

Binnen het uur arriveer ik bij Lake Howden, waar ik op de veranda van de hut mijn meegenomen lunch geniet. Nu even een verder plan maken voor vandaag. Het idee is om de Greenstone Track te gaan lopen. Die vertrekt in zuidelijke richting van deze hut. In noordelijke richting ga je verder de Routeburn Track op. Die ken ik natuurlijk nog van enkele weken geleden. Het lijkt me echter leuk om nog een klein stukje terug op de Routeburn Track te gaan om vanavond te kunnen overnachten in de MacKenzie hut. Dat is een wat gezelligere hut die bovendien in een fraaie omgeving ligt.

Er staat drie uur voor. Een lekkere middagwandeling dus. En hoewel ik het stuk tien dagen geleden in de omgekeerde richting ook al heb gelopen, is het geen straf om dit nu weer te doen. Als ik er om half vier aankom ben ik één van de eersten. Aan de zonzijde van de hut staat een bankje. En aangezien ik al weer sinds half zes vanochtend in touw ben beloon ik mijzelf met een zalige power nap hier in het zonnetje.

fiordland
Lake MacKenzie aan de Routeburn Track ligt nu niet ver onder de sneeuwgrens.

It’s a small world

Als ik wakker word, is het één en al bedrijvigheid om me heen. Het gros van de wandelaars van de Routeburn Track zijn aangekomen, waaronder een paar oude bekenden. Joanne en Deborah die ik op de Kepler Track ontmoette, zijn ook weer van de partij. It’s a small world.

Het wordt nu snel koud, zeker als de zon achter de bergen kruipt. We gaan naar binnen en maken snel de kachel aan. We spreken met elkaar af om morgen gezamenlijk de Greenstone Track te gaan bewandelen.