Vandaag vertrek ik uit China, maar nog niet helemaal. En waar ik nu naar toe ga, dat zal in de toekomst ook gewoon weer bij China gaan horen. Eerst naar Macau (nu nog een kolonie van Portugal) en daarna naar Hongkong (een kroonkolonie van Groot-Brittannië). Het zijn beide (schier)eilanden die niet al te ver van elkaar verwijderd vast zitten aan het vaste land van China. Macau en Hongkong, de toegift van China op mijn reis.

Foto: Macau Photo Agency on Unsplash

Publicatie van de dagboeken van mijn wereldreis in 1990 en 1991

Donderdag 12 en vrijdag 13 juli 1990

Wat hieraan vooraf ging lees je in:

Mijn laatste dag in Guangzhou

Laatste update: 5 februari 2021

Geschatte leestijd: 6 minuten


In Macau houdt China bijna op

Wat een tijd heb ik gehad in China. In drie maanden heb ik meer indrukken opgedaan en meer avonturen beleefd dan ik vooraf ook maar in mijn stoutste dromen had kunnen vermoeden. Een reis door China anno 1990 staat garant voor een boel verhalen. In mijn geval bleef het sterkste verhaal bewaard, mijn ziekenhuisopname, tot het moment dat ik China bijna zou verlaten. China is ook een land van de prachtigste ontmoetingen en de meest bizarre situaties. Een aantal heb ik de afgelopen 90 dagen weten op te pennen. maar er zijn er nog zo veel meer geweest.

guia fort,
Het Guia Fort, hoog boven de binnenstad van Macau

Vertrek uit Guangzhou

De bussen van Guangzhou naar Macau gaan niet verder dan naar de Chinese grensplaats Gongbei. Een rit van zo’n 145 kilometer. Om op zo’n bus terecht te komen moet ik vanochtend wel eerst zo’n 40 minuten lang Guangzhou doorkruisen in een loeihete stadsbus, het grootste deel staand. Daarom koos ik op het busstation maar voor de iets duurdere minibus met airco. En dat is voor mij al heel luxe op deze reis. We vertrekken niet eerder totdat ook de laatste stoel verkocht is. Daarna probeert het hulpje van de chauffeur mij alsnog 50% van mijn kaartje extra te vragen vanwege het meenemen van mijn rugzak. Dat geld dat krijgt hij niet.


Het land uitgekeken

De rit duurt zo’n drie uur en voert door een voornamelijk vlak landschap over brede rivieren en door een dichtbevolkt gebied met dorpen, stadjes en steden waar ongelooflijk veel gebouwd wordt. Hoe dichter bij Macau, hoe rijker, duurder en groter de huizen er uit zien. Om half twee stopt de bus op het eindstation in Gongbei en ik loop het gebouw van de Chinese douane binnen. De verveelde douanier gunt mij nog geen blik waardig en wuift me door. “Hallo, ik ben wel 3 maanden jullie gast geweest zeg, kan er dan echt geen “thank you & goodbye” vanaf?” bijt ik hem in het Nederlands toe. Maar goed, zo formeel en vol van rituelen mijn entree in dit land op een koude nacht in april aan de Mongoolse grens is verlopen, zo onverschillig word ik hier aan de grens met Macau China uitgekeken.

São Paulo kerk, Macau
De enige muur van de door een orkaan geruïneerde São Paulo kerk staat dan ook nog eens in de steigers.

Aangeharkte straten

Eén kamer verder sta ik voor zijn collega voor mijn entree in Macau. De douanier kijkt even snel van welk land mijn paspoort is. Daarna zet hij er een stempel in en voor ik het weet sta ik buiten. Eerst maar eens geld wisselen. Al mijn Yuans wissel ik in voor patacas, de locale valuta hier. En mijn eerste aankoop is een kaartje voor de stadsbus die mij naar het centrum gaat brengen. De cultuurschok ten opzichte van China is er toch nog onverwacht: in een schone, slechts voor een kwart gevulde bus met airco rijd ik door de aangeharkte straten van Macau. Een bus met veel zitplaatsen plus airco. Bovendien gaat de bus niet pas rijden als de mensen er haast met de benen uithangen.

uitzicht over macau
Vanaf het Guia Fort heb je een vrij goed uitzicht over het centrum van Macau. Op de achtergrond de brug naar het eiland Taipa.

De Big M van Macau

Nog steeds verbijsterd kijk ik in het rond als ik ben uitgestapt ter hoogte van het drijvende casino. Dan denk ik dat ik een fata morgana zie. Maar als ik dichterbij kom, verdwijnen de letters niet, nee hij wordt alleen maar steeds groter, die overal ter wereld herkenbare kromme M van de MacDonalds. Ik ben gelijk aan de beurt en binnen een minuut zet ik mijn tanden in een echte Big Mac en slurp een vanillemilkshake naar binnen.

Voor de nacht vind ik een afgetrapte kamer in een of ander pension. De kamer is de kleinste die ik ooit heb gehad en heeft geen raam. Er staat een bed in en een plek om van de deur langs dat bed naar een kast te komen (nou ja, kast… vier half in elkaar getimmerde planken).

Sightseeing in Macau

Op vrijdag doe ik ondanks de regen mijn best om in één dag wat meer van de stad te zien te krijgen. En zo loop ik langs het in Portugese stijl opgetrokken bestuursgebouw van de stad, de Leal Senado en het is niet het enige gebouw wat in deze herkenbare stijl is opgetrokken in het oude centrum. Ik loop alle traptreden omhoog tot aan die ene muur van de São Paulokerk die nog overeind staat, maar zelfs die ene muur staat nog volledig in de steigers. Daarna klim ik verder tot aan het Guia Fort voor de betere uitzichten over de stad en de wijde omgeving. En zie daardoor ook weer de volgende regenbuien op de stad afkomen.

leal senado, macau
De Leal Senado, het gebouw waar de regering van Macau zetelt.

Terwijl ik sta te schuilen voor de ergste regen onder een afdakje val ik ten prooi aan een groepje geheel in het wit geklede Japanse bezoekers, die kennelijk allemaal bij de een of andere sekte behoren. In perfect Engels proberen ze mij hun religie of wat het ook is op te dringen en ik wil nog maar één ding: weg van hier.

Door de stromende regen sprint ik naar de uitgang, loop de trappen af en loop naar de kade om te informeren naar de boten die vanaf hier naar Hongkong varen. Waarna ik terug in mijn hok (kamer is echt te veel eer) mij volledig ga voorbereiden op mijn volgende bestemming, de Britse kroonkolonie Hongkong.


Voor het vervolg van mijn reis, lees verder:

Met de ferry naar Hongkong



Booking.com