18 Kilo geeft de weegschaal bij de incheckbalie van Garuda aan. Ik sta op de luchthaven van Bali in te checken voor mijn vlucht naar Kupang, de hoofdstad van het eiland Timor. En nu had ik eergisteren al wel weer voor ruim drie kilo aan goederen terug naar huis gestuurd, daarna heb ik net zo hard weer inkopen gedaan. Met name goedkope kleding. En omdat ik zo gierig was om geen geld uit te geven aan vervoer naar de luchthaven ben ik die twee kilometer vanuit Kuta komen lopen. Met dat zware ding op mijn rug. Ik hield me zelf maar voor dat een wandelingetje op de vroege ochtend geen kwaad zou kunnen.

Publicatie van de dagboeken van mijn wereldreis in 1990 en 1991

Dinsdag 27 t/m donderdag 29 november 1990

Wat hieraan vooraf ging lees je in:

Bali, de laatste twee dagen

Geschatte leestijd: 7 minuten

Laatste update: 15 maart 2023


Kupang, een non-toeristische bestemming

Ik vlieg naar Kupang, de hoofdstad van Timor. De vlucht wordt uitgevoerd door een Fokker F28 van Garuda, terwijl ik het ticket bij Merpati heb gekocht. Dan blijkt dat ook de crew uit mensen van Merpati bestaat. Met die maatschappij krijg ik later nog te maken.

Voor me liggen drie dagen op het eiland Timor. Het is een totale non-toeristische bestemming. De reizigers die er komen gebruiken Kupang als hub naar de veel bezienswaardigere buureilanden Flores en Sumba. Of, net als ik, als tussenstop tussen Bali en Darwin. Er gaat wekelijks maar één vlucht van Kupang naar Darwin en ook maar een paar keer per week een goedkope vlucht tussen Bali en Kupang. En die vluchten sluiten nou niet zo lekker op elkaar aan, vandaar mijn wat lange oponthoud hier.

Aankomst op Timor

Nu zal Timor (dat veel groter is dan Bali) vast wel z’n aantrekkelijke kanten hebben. Maar het ontbreekt me gewoon aan tijd om dit eiland net zo uitgebreid te bereizen als ik deed op Java en Bali. Mijn visum verloopt over een paar dagen. Dus zal ik deze drie dagen in Kupang moeten zien door te brengen.

kupang vanuit het vliegtuig
Kort voor de landing met de Fokker F28 in Kupang, de hoofdstad van Timor.

We landen op het kleine, wat kale luchthaventje van Kupang. De bagage wordt vanuit het vliegtuig één voor één de loods ingedragen. De loods die door moet gaan voor ’terminal’. Deze hele procedure neemt een half uur in beslag, want er zijn maar twee mensen beschikbaar voor dit werk. En geloof het of niet, maar mijn rugzak komt als allerlaatste uit het vrachtruim. Tergend langzaam loopt één van de twee enige personeelsleden op de luchthaven met mijn rugzak naar de bagageband. Die slechts een paar meter lang is.

luchthaven van kupang, fokker F28
De Fokker F28 waarmee ik uit Denpasar ben aangekomen op de luchthaven van Kupang op Timor.

Roestige botswagentjes

Taxi’s op het eiland zijn in de vorm van een pick-up. Spring maar achter in de bak, alle taxi’s gaan richting de stad. Op aanraden van een man met snor (dat zie je verder nergens in Indonesië) laat ik mij afzetten bij de Taman Ria Beach Inn. Daar zijn goedkope kamers en je zit ook gelijk aan het strand. Het blijkt een soort van guesthouse bij een vervallen pretparkje. Overal staan roestige botswagentjes in de tuin, er is een half gemold mini-reuzenrad en er op het strand staat een prieeltje dat onderhevig is aan betonrot. Mwah, hier red ik me wel voor een dag of drie.

strand bij kupang
Uitzicht over de baai waar Kupang aan ligt; geen spoor van toerisme hier.

Renteloze lening

Zodra ik gesetteld ben en mijn bagage achter heb kunnen laten ga ik de stad in. Er moet namelijk nog wat geregeld worden bij Merpati. Mijn vlucht naar Darwin van a.s. vrijdag dient te worden herbevestigd. Maar dan komt er een kink in de kabel. Ik moet namelijk, om Australië binnen te komen, in het bezit zijn van een retourticket. En ik heb natuurlijk alleen maar een enkele reis gekocht. En verder niks. Tja, ik had dat natuurlijk kunnen weten. In mijn werk op het reisbureau ook al zo vaak bij de hand gehad. Verkoop nooit een enkele reis ticket zonder een tweede ticket waarmee je het land weer verlaat.

“Aha meneer, u kent het klappen van de zweep” lijkt hij te denken

De truc die je moet toepassen is dan om een duur retourticket te kopen, waarvan je de niet gebruikte terugreis achteraf terugbetaald krijgt. En dat is dan ook precies wat ik voorstel. De beambte van Merpati kijkt me doordringend aan. “Aha meneer”, lijkt hij te denken, “U kent het klappen van de zweep”. Desalniettemin tast ik nog maar eens diep in de buidel voor een refundable ticket terug naar Kupang, dat ik natuurlijk never nooit ga gebruiken. Maar ik zal dat na aankomst in Darwin terug kunnen claimen. Een soort renteloze lening aan Merpati dus.

strand bij Taman Ria Beach Inn, Kupang

zonsondergang timor
Het blijft een lastige klus om aan te geven welke van de drie zonsondergangen die ik op Timor heb gezien de mooiste was.

’s Avonds komt Kupang tot leven

De Timorezen zien er weer totaal verschillend uit dan hun landgenoten op Java en Bali. De Aziatische trekjes vervallen hier geleidelijk en de mensen hebben veel meer een uiterlijk dat lijkt op de mensen die in de Pacific wonen. Grote ronde ogen en krulletjeshaar. En hier geen islam zoals op Java. Ook geen hindoeïsme zoals op Bali. Nee, hier is iedereen weer katholiek.

De dagen op Timor slijt ik verder in en rond mijn verblijfplaats bij het strand, waar ik avond na avond getrakteerd word op het schouwspel van sublieme zonsondergangen. En zodra de zon onder is gegaan zie je ook het stadje opleven. Overdag is Kupang nogal een ingedut plaatsje, maar ’s avonds komen als eerste de voedselkraampjes naar buiten en zie je de stad met allerlei neonverlichting opleven. Het aantal mensen op straat stijgt dan explosief en er heerst een hele gemoedelijke en gezellige sfeer. De winkels gaan dan allemaal weer open, taxi’s rijden rond vol kerstboomverlichting en de mensen zijn blij en opgewekt. Ik gebruik de avonden om nog voor het laatst van de heerlijke Indonesische gerechten te genieten.


Voor het vervolg van mijn reis, lees verder:

Een nieuwe start in Darwin


Booking.com