Na het fruitsalade-ontbijt in mijn guesthouse loop ik naar de overkant van de weg, waar het optrekje van Madita is, zoals gisterenavond na de tocht naar de Gunung Batur afgesproken. Madita heet eigenlijk niet zo, maar haar echte naam heeft ze verworpen sinds ze bij de Bhagwan zit. Zo gaan die dingen bij die club. Ik tref haar voor haar bungalow terwijl ze aan een zeer uitgebreid ontbijt zit. Veel te veel voor haar alleen en dus pik ik zo nog wat extra calorieën mee. Voor vandaag heb ik een rit naar onder meer Tirta Gangga gepland. Maar voor dat ik weer op pad ga spreken we af in de pasar malam voor het eten vanavond. 

Publicatie van de dagboeken van mijn wereldreis in 1990 en 1991

Woensdag 14 november 1990

Een planning om van af te wijken

Vandaag al weer de laatste dat dat ik mijn motorfiets heb, maar ik denk er hard over na de huur te gaan verlengen. Ik kan nu al niet meer zonder. Ik heb een tocht over het oosten van Bali gepland. En planningen zijn er om van af te wijken, dus ik ga met een vaag idee van de te rijden route op pad en zie wel waar ik uit kom.

In ieder geval op het programma staat het waterpaleis van Tirta Gangga. Ik kom er na een vrij lange rit langs eindeloze rijstvelden en door talloze dorpjes en stadjes zoals Gianyar en Bangli.

Voyeuristische vorsten van Tirta Gangga

Het Waterpaleis is kort na de Tweede Wereldoorlog laten bouwen door de koning van Karangasem, ook een plaats hier in de buurt. Van een paleis vind ik geen spoor, maar wat ik wel zie is water in diverse bassins in een prachtige tuin met beelden en fonteinen. Het verhaal gaat dat de koning hier in de weekends vertoefde met zijn vele vrouwen die hij dan lekker liet spartelen onder de fonteinen en in de bassins terwijl hij dat schouwspel dan van de kant gadesloeg. Dit verhaal klinkt mij nog bekend in de oren van mijn bezoek aan het waterkasteel in Yogyakarta; Indonesische vorsten moeten toch iets met voyeurisme hebben gehad tot niet eens zo heel lang geleden.

tirta gangga
Het waterpaleis van Tirta Gangga ligt er prachtig bij en er is haast niemand, dus ik kan in alle rust mijn baantjes trekken.

Tirta Gangga, dat betektent “Heilig Water uit de Ganges”. Geen idee hoe ze dat dan helemaal hier naar toe hebben gekregen, maar voor een paar roepia’s kan ik in de gelegenheid te komen zelf eens een duik in dat heilige water te nemen om ook eens als een haremdame rond te spartelen in de koninklijke poelen.

bali
Mijn motorfiets waarmee heel Bali aan mijn voeten ligt.

Spectaculaire rijstterrassen

Links van mij torent de Gunung Agung met zijn 3000 meter hoog boven de rijstvelden uit en rechts zie ik Gunung Seraya, die met zijn 1175 meter niet kan tippen aan de eerdergenoemde meest heilige berg van Bali. Gunung Seraya vormt de meest oostelijke vulkaan van het eiland en weg die daar om heen gaat wil ik gaan rijden. Gewoon om te zien hoe dit minst toeristische deel van het eiland er bij ligt. Misschien ontdek ik nog wel een paar paradijselijke strandjes, zoals eerder in Padangbai.

tirta gangga
In de omgeving van Tirta Gangga vind je vrij veel rijstterrassen in een heel bijzonder landschap.

Nadat ik Tirta Gangga achter mij heb gelaten kom ik op de weg naar de noordkust. Tussen de beide vulkanen rijd ik langs de meest spectaculaire rijstterrassen die ik tot nu toe heb gezien. En dat betekent regelmatig even stoppen om te observeren en fotograferen. Nergens zie je zoveel tinten groen bij elkaar. Bij Amed bereik ik de noordkust, waar ik nu de smalle kustweg met de neus naar het oosten verder volg. De weg om de berg heen is afwisselend, maar wordt steeds moeilijker berijdbaar met hier en daar zeer steile hellingen en scherpe, onoverzichtelijke bochten. Ook veel stukken met alleen grind op de weg.

De noordoostkust van Bali is veel droger dan de rest van het eiland en de bevolking leeft voornamelijk van de visserij.
De noordoostkust van Bali is veel droger dan de rest van het eiland en de bevolking leeft voornamelijk van de visserij.
bali
Prauwen op de stranden van noordoost Bali.

Brandstof in limonadeflessen

Het landschap verandert ook vrij plotseling en het groen maakt plaats voor een veel droger landschapstype. Hier geen sappige rijstterrassen maar het lijkt dat de bevolking alleen maar van de visserij leeft, te oordelen naar het grote aantal prauwen op de stranden. Over de zee lonkt het volgende eiland al weer. De bergtoppen van Lombok tekenen zich haarscherp af tegen de horizon.

bali
De kinderen bij de winkel waar ik benzine koop kijken vol interesse toe hoe ik met de limonadefles met benzine mijn brandstoftank vul.

In een dorpje stop ik om op zoek te gaan naar benzine. Gewone benzinepompen zijn hier schaars, maar veel winkels verkopen de brandstof voor mijn motor gewoon in limonadeflessen. Een volle tank voor nog geen gulden, hier op Bali kan dat nog. En terwijl ik mijn motor te drinken geef staat de dorpsjeugd mij van dichtbij gade te slaan. Of ze op de foto mogen. Dat aanbod sla ik niet af. Er wordt druk geposeerd en als ik wegrijd word ik vriendelijk uitgezwaaid.

bali
Het noordoosten van Bali is een stuk droger dan de rest van het eiland.

Al met al neemt het rondje naar Tirta Gangga en om de oost aardig wat tijd in beslag, want het wegtype maakt dat ik mijn snelheid goed moet doseren. Ik ben dan ook maar net voor donker terug in Ubud, waar ik, zoals afgesproken met Madita op de pasar malam de diverse Balinese gerechten uitprobeer. Mijn motorfiets lever ik in bij het mannetje van wie ik hem gehuurd heb, maar morgen kan ik bij Madita op de motor mee op excursie. Tijdens het eten maken we onze plannen alvast.