Ik kijk terug op twee zeer interessante dagen in Jakarta. Het is een stad met veel gezichten. Het open riool van de Kali Krukut en de krottenwijken zullen me altijd bijblijven. Maar ook het gezellige koloniale wijkje met dito gebouwen en dan toch ook weer boven dat riool die oud-Hollandse ophaalbrug. Maar Indonesië moet je niet op haar steden beoordelen las ik een paar dagen terug al in mijn reisgids. En daarom maak ik plannen om vandaag nog Jakarta te verlaten en een begin te maken aan mijn tocht over Java. Eerste stop: Bogor.

Publicatie van de dagboeken van mijn wereldreis in 1990 en 1991

Donderdag 4 en vrijdag 5 oktober 1990

Laatste update: 25 oktober 2020

Mini interview

Nadat ik nog wat inkopen heb gedaan in de stad loop ik terug naar de guesthouse om mijn spullen te pakken. In de lobby word ik nog even staande gehouden door twee jonge Indonesische dames die me het hemd van het lijf vragen over mijn ervaringen in Jakarta. Even later komt de aap uit de mouw. Ze zijn journalisten van de Jakarta Post, de enige Engelstalige krant in Indonesië.

Na dit interview hijs ik mijn rugzak op en loop in de richting van het Gambir station. Ik koop een enkele reis naar Bogor en kan vrijwel direct vertrekken in de gereedstaande trein. Derde klas natuurlijk. In anderhalf uur sjokt de trein via de eindeloze voorsteden van Jakarta langzaam maar zeker de heuvels in, tot we Bogor bereiken.

Buitenzorg

Bogor is het voormalige Buitenzorg, waar vroeger de in Batavia woonachtige Nederlanders graag in het weekend kwamen verpozen. Tegenwoordig is het er wel wat drukker, maar nog steeds niet te vergelijken met de hectiek van Jakarta. De stad wordt omringd door diverse vulkanen en het schijnt er nogal eens hard te kunnen regenen. Daar merk ik op dit moment in ieder geval helemaal niets van. Het is bloedheet als ik incheck bij Abu Pensione, vlak bij het station.

Dat vindt een Duits homostel ook, die ik tegenkom bij de guesthouse. Ze zijn gisteren koud gearriveerd vanuit Europa en dit is dus hun tweede dag. Ze zien er ook uit alsof ze elk moment zullen gaan bezwijken van de hitte met hun rood opgeblazen gezichten en van het zweet doordrenkte overhemden.

colts in Bogor
Groene ‘colts’ die voor het openbaar vervoer zorgen in Bogor.

Backpackers vs. toeristen

Hoe langer ik nu onderweg ben, hoe meer ik merk dat ik me niet echt aangetrokken meer voel om praatjes te maken met tijdelijke bezoekers van een land. Ook wel toeristen genoemd. Zij zitten op een heel ander level en meten zich een veel vlotter tempo aan. Ze hebben immers maar een paar weken om de bestemming te zien en hebben daarbij zo hun eigen probleempjes en logistiek. Ik merk steeds vaker dat ik dan niet op één golflengte zit. Bijvoorbeeld wanneer we het over de ongemakken van het weer hebben. Dan denk ik al heel snel “dat wist je van te voren, wat klaag je nou”.

Maar neem nou Dotte en Kris (uit resp. Denemarken en Ierland), twee meiden die net als ik nu al weer een half jaar on tour zijn. We wisselen tips en ervaringen uit en we klagen niet over kleine ongemakken zoals kakkerlakken in de douche of een trein die een half uur vertraging heeft. Dat zijn vanzelfsprekende ongemakken in een wereld waarin het begrip tijd een flink stuk naar de achtergrond is verplaatst. Hoe ga ik daar ooit weer aan wennen, later als ik groot ben en terug ben van mijn reis in Nederland?

paleis van de gouverneur-generaal in Bogor
Het paleis van de gourverneur-generaal ligt midden in de botanische tuinen.

De botanische tuinen van Bogor

De vrijdag begint weer zonovergoten en de zon brandt genadeloos gaten in mijn t-shirt, althans zo voelt dat. Daarom zoek ik vanochtend de verkoeling van de enorme botanische tuinen, die zo centraal liggen in Bogor, dat je er niet om heen kunt. Het is er heerlijk rustig en je kan er eindeloos blijven dwalen over de lommerrijke lanen. Dat vond de gouverneur-generaal ook, dus liet hij de tuinen aanleggen precies zo dat zij overliepen in de tuin van zijn eigen paleis. Dit paleis is nog steeds in tact maar kan helaas niet bezichtigd worden. Ik had toch wel eens willen zien hoe die regenten er bij zaten in die tijd. Van een afstand ziet het er ook nog behoorlijk riant uit allemaal. En in de tuin overal herten, het zijn er wel honderd.

botanische tuinen bogor
Doorkijkje naar het gouverneurspaleis vanuit de botanische tuinen van Bogor.
lotus
Lotus in de botanische tuin.

Er vlak bij is een kleine begraafplaats, omzoomd door bamboe. Een heel vredig plekje met eenvoudige grafstenen, waarop de namen te lezen zijn van mannen en vrouwen die hier in veel gevallen te vroeg uit het leven waren weggerukt door ziektes als malaria.

De botanische tuinen zijn zo groot, daar heb ik op één dag nog niet eens voldoende aan om alles nauwkeurig te bekijken. Maar toch een goede indruk gekregen vandaag.

waterlelies
wat

Tour door de Indonesische keuken in Bogor

Aan het eind van de middag eet ik wat in de stad, waar ik Dotte en Kris weer tegenkom. We proberen wat verschillende gerechten bij de stalletjes op straat. De meeste gerechten zijn voor mij niet moeilijk te duiden, want wie heeft er nou nog nooit van nasi goreng of babi ketjap gehoord? Het zijn gerechten die bij Dotte in Denemarken en Kris in Ierland niet algemeen bekend zijn. Ik geef ze dus al lopend langs alle eetkarretjes een rondleiding door de Indonesische keuken, van rijsttafel tot kroepoek.