Bandung is ook zo’n stad waar je als bezoeker af en toe gewoon het idee hebt dat je ergens op een straathoek in zeg maar Den Haag staat. En dat komt voornamelijk door de vele gebouwen in art deco stijl en hier en daar gewoon een kerk. De stad is ruim van opzet met brede straten in een regelmatig patroon dus je verdwaalt er niet snel. 

Publicatie van de dagboeken van mijn wereldreis in 1990 en 1991

Woensdag 10 en donderdag 11 oktober 1990

Het Parijs van Java

Maar het is er ook heet, bloody hot. En druk met al dat verkeer. Al die drukte kwam gisteren na aankomst al hard binnen na de dagen die ik op het idyllische Javaanse platteland heb doorgebracht. Inmiddels na een goede nachtrust ben ik al wel weer gewend aan de drukte van de stad en vandaag ga ik kijken wat er terug te vinden is van het voormalige “Parijs van Java”, de bijnaam die de stad in de koloniale tijd had. De elite kwam graag naar de sjieke Bragastraat om te winkelen en gezien te worden.

bandung
Het Gedung Saté is het gouvernementsgebouw van de provincie West-Java. Wij zouden dus ‘provinciehuis’ zeggen.

En nog steeds is de tegenwoordige Jalan Braga  een levendige straat met mooie winkels maar ook leuke restaurants en café’s. Ik loop tegen mooie voorbeelden van de art deco stijl aan bij de luxe hotels Savoy Homann en Grand Hotel Preanger. Maar veel gebouwen hebben wel hun glans verloren en van de rustige, met palmbomen omzoomde avenues die je op oude prenten en ansichtkaarten ziet, is ook weinig over. Die zijn veranderd in verkeersaders afgeladen met auto’s, busjes en brommertjes. Vooral veel van dat laatste.

bandung
De Kathedraal Sint-Petrus in het verre Bandung, alsof je ergens in Noordwijk loopt.
bandung
Het postkantoor (“Kantor Pos”) aan de Jalan Asia Africa, de grote verkeersader van Bandung.

De vulkaan op

Op de een of andere manier kom ik in het Geologisch Museum terecht waar ik hoop wat meer op te steken over de vulkanen in deze omgeving. Wel aardig, maar bij alles alleen maar teksten in het Indonesisch, dus niet te begrijpen.

Op donderdag besluit ik dan maar eens een echte vulkaan te gaan bezoeken. En dat kan, want net buiten Bandung beginnen de hellingen van de Tangkuban Perahu. Een actieve vulkaan die in 1983 voor het laatst is uitgebarsten. Ik vind vervoer in zo’n minibusje dat me tot aan de ingang van het natuurpark brengt waarin de vulkaan is gelegen. De laatste vier kilometer naar de rand van de krater kan ik wel lopen lijkt me. Het is hier boven een stuk minder heet dan beneden in de stad. Het bosachtige traject leg ik ruim binnen het uur af.

Omdat de rand van de krater zo goed bereikbaar is, komen hier veel toeristen. Ik zie diverse touringcars op de parkeerplaats staan en moet me eerst een weg wurmen langs winkeltjes en loslopende mannetjes die dingen willen verkopen. Aan de rand van de krater, zoals te verwachten die weeë rotte eierenlucht afkomstig uit de diepe krater: een enorm groot grijs gat waar uit de bodem op diverse plekken pluimpjes rook ontsnappen. In  het bijbehorende bezoekerscentrum leer ik meer over deze en andere vulkanen dan gisteren in het Geologisch Museum in Bandung.

vulkaan
Het grote grijze gat van de Tangkuban Perahu.

Bestaat toeval?

In de middag kom ik terecht in het plaatsje Lembang, even buiten Bandung. Aangeraden in mijn reisgids om de fraaie omgeving en je kan een wandeling maken naar het Dago Theehuis met fraaie uitzichten over Bandung. Maar ver kom ik niet, want terwijl ik zo door de hoofdstraat van Lembang loop word ik ingehaald door een wit busje, dat ineens zachter begint te rijden en dan op een meter of twintig voor mij tot stilstand komt. Er springt een lange westerse jongen uit die naar mij toe komt gelopen. Ik geloof mijn ogen haast niet als ik hem herken. Het is Fons, kroegmaat uit het verre Wageningen. Hij is hier op een stageproject voor de universiteit in Lembang. Ik wist wel dat hij ‘ergens’ in Indonesië zou zitten, maar uitgerekend hier op deze plek in een land met 180 miljoen zielen; is toeval nog wel te verklaren?

Hij blijkt in de zelfde straat te wonen in een luxe bungalow met grote tuin. En het komt goed uit, want hij was net op weg om thuis te lunchen. Ik ben toch nog verbaasd als ik zie dat die lunch bij aankomst al gereed is in de vorm van een dampende rijsttafel, gefabriceerd door de huishoudster die, net als de chauffeur van het busje, bij het huis hoort. Tot het donker hebben we even goed bijgekletst waarna ik terug ga naar Bandung. Het was weer een enerverende dag.