Het afscheid van Indonesië en daarmee van het hele Aziatische continent verloopt geheel in stijl. Want natuurlijk wil de chauffeur van het busje dat mij naar de luchthaven van Timor brengt weer meer geld dan we hadden afgesproken. Maar ja, ik heb dan ook echt geen roepia meer over om aan hem te geven. Dus hij zal het er mee moeten doen. Doei Indonesia! En terwijl ik wacht om aan boord te kunnen gaan pakken donkere wolken zich (letterlijk) samen vanuit het zuidoosten. Daar achter die wolken ligt Darwin dus ergens.

Publicatie van de dagboeken van mijn wereldreis in 1990 en 1991

Vrijdag 30 november t/m dinsdag 4 december 1990

Wat hieraan vooraf ging lees je in:

Kupang op Timor: drie dagen op een non-toeristisch eiland

Geschatte leestijd: 7 minuten

Laatste update: 16 november 2021


Noodweer onderweg naar Darwin

Nog voor het noodweer kan losbarsten is de Fokker F28 van Garuda los van de grond. Maar ook boven in de lucht gaat het aardig te keer. Er is zo veel turbulentie dat de crew er niet aan denkt om hun stoelen te verlaten. Tussen de onweerswolken door sla ik een laatste blik op fragmenten van Indonesische kusten en eilanden. Azië ligt nu achter mij. Het werelddeel dat ik zeven en een halve maand geleden op een donkere nacht via de Oeral binnenreed verlaat ik nu via de achterdeur per vliegtuig.

De vlucht blijft erg onrustig. Via wat kleine luchtzakjes hobbelen we zo hoog boven de Timor Zee waarna we na iets van anderhalf uur landen op de luchthaven van Darwin. Daar is geen spoor meer van het noodweer. De piloot denkt daar anders over, want hij zet het vliegtuig met zo’n bruuske kracht aan de grond dat een een deel van het systeemplafond naar beneden komt zetten. Sommige passagiers reageren hilarisch, anderen hysterisch. Niet geheel verwonderlijk als je je bedenkt dat we de laatste paar meter echt loodrecht naar beneden vielen. Nog een wonder dat het landingsgestel die klap opving. Even later rollen we rustig naar een plek op het vrij lege asfalt tegenover de aankomstterminal.

luchthaven van darwin, darwin airport
Op een lome vrijdagmiddag stap ik in Darwin uit het vliegtuig na een behoorlijk turbulente vlucht.

Customs in shorts

Australia here I am! Met nog slechts 400 USD op zak. Dat zullen ze bij de customs niet leuk vinden. Het is veel te weinig om op een visum van zes maanden het land binnen te mogen. Zou dus zo maar kunnen dat ik vandaag nog mijn retourticket naar Kupang moet gaan gebruiken. Maar ik beleef misschien wel de meest relaxte immigratie ever. Een grapjes makende douanebeambte gekleed in shorts en Crocodile Dundee hoed op zijn hoofd kijkt kort in mijn paspoort, vraagt verder nergens naar en stempelt exit before 30 May 1991 in mijn paspoort.

Blijft natuurlijk een uitdaging hoe ik die 400 USD ga aanvullen. Daarvoor ben ik natuurlijk ook naar Australië gekomen. Hier is goed betaald werk te vinden. Maar daar denk ik nu liever nog even niet over na. Eerst maar eens betaalbaar onderdak zien te vinden. En zelfs die vraag hoef ik mij zelf niet eens te stellen. Bij het geldwisselkantoor in de aankomsthal krijg ik ongevraagd een snelle uitleg met welke bus ik de stad in moet komen, hoe duur de diverse hostels zijn en waar ik een voordelige supermarkt kan vinden. Wat een efficiency! Wat een gastvrijheid!

Omgekeerde cultuurshock

En zo kom ik terecht in de Sherwood Lodge, die nota bene met een gratis busje op de luchthaven backpackers staan te lokken. Geen verkeerde keuze, er staat zelfs vanavond al een barbie gepland.

De eerste dagen in Darwin lijd ik aan een omgekeerde cultuurshock. Regelmatig laat ik mij verrassen door de snelheid en efficiency van alles. Maar ook letterlijk van snelheid. Als ik op een dag in gedachten verzonken één van de brede straten (wat zijn de straten recht en breed hier) oversteek word ik onder luid getoeter het asfalt afgejaagd door een aanstormende jeep. Waar in elk Aziatisch land het verkeer dan gewoon om je heen rijdt, weten de automobilisten hier van geen wijken. Ook al hebben ze alle ruimte.

Dodelijk gevaar in Darwin

Darwin als stad is niet al te opwindend. Het is een stad die nadat in 1974 Tracy, een allesverwoestende cycloon, huis heeft gehouden weer van de grond moest worden opgebouwd. Alle gebouwen staan er dus vrij nieuw en fris bij. Buiten het centrum zijn diverse stranden, maar je kan er helaas niet het water in. Juist om deze tijd van het jaar tiert het welig van de zg. Australische zeewespen, een zeer giftige kwallensoort, in het zeewater. Cyclonen, giftige kwallen en om nog maar te zwijgen van de extreem gevaarlijke krokodillen in deze contreien, je zou niet zeggen dat er zo veel dodelijk gevaar op de loer ligt in deze ingeslapen stad.

verwoestingen in darwin na cycloon tracy, 1974
Zo zag Darwin er uit na het passeren van cycloon Tracy tijdens de kerstdagen van 1974. Foto: Shirley Gwynne

Alleen in de pubs en in de hostels komt de stad ’s avonds wel wat tot leven. Want er wordt stevig gedronken door de Aussies. De drive inn bottle shop is dan ook een Australische uitvinding. Het concept is eenvoudig. Je rijdt met je auto naar binnen en laadt je bak vol met dozen bier, wijn en wat er allemaal nodig is voor een avondje stevig door drinken. Een tankstation voor alcohol.

drive through bottle shop
Een typisch Australisch fenomeen: de drive through bottle shop. Foto: Better Days Film, Unsplash

Afspraak in Sydney

Overdag probeer ik de tijd dat ik in Darwin verblijf toch langzamerhand mijn leven in Australië wat op poten te zetten. Ik moet plannen maken om naar het zuiden te komen, waar de grote steden zijn en waar dus ook het werk is. Ik heb overigens sinds 3 juli een afspraak lopen om oud & nieuw in Sydney te komen vieren. Maar Sydney ligt 4000 kilometer verderop. Een afstand gelijk van Amsterdam naar Beirut. En daar heb ik een maand voor. En 400 USD.

Bij het Traffic Centre van Darwin, waar alle bussen aankomen en vertrekken leer ik dat een enkeltje met de bus naar Sydney me een goed deel van dat bedrag gaat kosten. Maar er is ook een bord waarop je een briefje kan hangen als je een lift zoekt. De meesten liften worden gevraagd naar Cairns of Alice Springs. Ik hang zelf ook een briefje op. Met een vraag voor een lift naar anywhere into the direction of Sydney.


Samen zoeken naar een lift uit Darwin

Tijdens één van de gezellige thema-avonden in de Sherwood Lodge (ik geloof dat het de cheese & wine night was) ontmoette ik Norbert, een Brabander in zijn uppie op wereldreis. We besluiten samen op te trekken in onze zoektocht naar een lift. Hij vindt als eerste een lift naar Cairns, aan de noordkust van Queensland. Maar als we zondagochtend staan te wachten op de afgesproken plek komt er niemand opdagen. Bij terugkomst in de hostel is er echter goed nieuws. Er is gereageerd op mijn advertentie! Dat nadat ik eerder mijn advertentie had aangepast met een nieuwe tekst: Looking for a reliable travel companion who can share costs and help driving? Ik kreeg een dame op leeftijd, laten we haar Tante Bets noemen, aan de telefoon. Zij zou donderdag 6 december willen vertrekken naar Alice Springs.

Solliciteren bij Tante Bets

Dat is al mooi een kilometer of 1500 in de goede richting. Er is één ‘maar’. Ik moet nog wel even komen ‘solliciteren’. En zo zit ik dinsdagmiddag bij een dame van 65 die er uit ziet als 88 aan de cola bij haar thuis achter op het terras. Dan breng ik ter sprake dat ik nog een tweede passagier heb, want ik wil voor mijn nieuwe reisgenoot ook graag een plekje in de auto. Bovendien lijken me die 1500 kilometer alleen met deze toch wel dove oude vrouw in één auto toch wel wat veel van het goede. Norbert moet zich dan wel later deze dag ook even komen voorstellen.

Dan is de deal rond. We zullen vertrekken in de middag van 6 december. Er begint schot te komen in mijn reis door het Australische binnenland. En om dat te vieren plannen we voor morgen, onze laatste volle dag in Darwin, nog een leuke excursie hier in de omgeving, om toch nog wat mee te krijgen van de omgeving.

Voor het vervolg van mijn reis, lees verder:

Wildlife parks bij Darwin verkend per buggy

Booking.com