De komende dagen moet ik een strikt reisschema aanhouden om de grens tussen Thailand en Maleisië te bereiken. Er zijn nog 580 kilometer af te leggen vanaf Surat Thani in het zuiden van Thailand. Maar ik heb geen zin om ’s nachts door te reizen. Ten eerste omdat je dan veel mist van het land waar je doorheen reist, maar ook omdat ik gewoon aan het eind van de dag ergens aan wil komen en nog even door een stadje wil slenteren. En zo links en rechts bij een eetstalletje afstappen. Vandaag gaat de reis dus naar de zuidelijke stad Hat Yai.  

Publicatie van de dagboeken van mijn wereldreis in 1990 en 1991

Donderdag 13 en vrijdag 14 september 1990

Wat hieraan vooraf ging lees je in: Sunset in Surat Thani

Laatste update: 10 november 2020

Gezwicht voor gemak en comfort

Er zijn vroeg in de ochtend twee bussen waar ik uit kan kiezen: een luxe bus met airco die om half zeven vertrekt en een ‘normale’ bus die om half acht vertrekt. De luxe bus is duurder en het wordt na het dure Ko Samui wel even tijd om mijn bestedingen in de gaten te houden, maar die bus staat nu wel voor mijn neus, is half leeg en kan elk moment vertrekken. En zo gezellig is het hier op het busstation van Surat Thani nu ook weer niet op dit tijdstip. Ik zwicht dus voor het gemak en het comfort en zoek een fijne plek uit in de bus.

Voor deze bussen hoef je vooraf niet te boeken, je gaat gewoon zitten en men komt vanzelf langs om je een kaartje te verkopen. Maar de juffrouw met de kaartjes lijkt mij over het hoofd te zien terwijl ik nu ook weer niet kan zeggen dat ik niet opval, als enige buitenlander aan boord. Misschien komt het omdat ik kort na vertrek nog een uurtje heb liggen slapen? In ieder geval word ik zo onbedoeld zwartrijder, wat mij een bedrag bespaart van 120 Baht. Misschien wel een afscheidscadeau van Thailand.

Aan het begin van de middag stoppen we ergens in een buitenwijk van Hat Yai, waar het busstation ligt. De rest van het vervoer gaat per tuktuk naar het centrum. Daar vind ik een goedkope kamer in het Cathay Guesthouse. Hat Yai kent niet al te veel bezienswaardigheden, maar het is wel een leuk stadje met veel bedrijvigheid. Ik loop naar het station om te kijken hoe laat treinen morgen verder zuidwaarts vertrekken. Naar Sungai Kolok, de laatste plaats voor de grens tussen Thailand en Maleisië.


Laserdisc-bar

In de avond beland ik in een videobar, waar je er in heel Thailand zo veel van vindt. Alleen worden in deze videobar geen films van een video afgespeeld, maar van een laserdisc. Perfect geluid, mooi scherp beeld, maar dure drankjes. Het avondje stappen van de toekomst?

Op vrijdagochtend pak ik de trein van half zeven naar Sungai Kolok, op mijn laatste dag in Thailand. Het is nog donker als we wegrijden, maar al snel begint de lucht van purper via rood oranje te worden. En terwijl de zon achter de heuvels tevoorschijn komt, zie ik het landschap snel veranderen van een voornamelijk agrarische omgeving naar veel meer jungle met veel meer dichte vegetatie. En tussen al dit moois sjokt de trein in een rustig maar gestaag tempo steeds veder zuidwaarts.

grens met Maleisië
Het gouden uurtje in de vroege ochtend vanuit de trein van Hat Yai naar Sungai Kolok.

“Drugs can kill you” op de grens tussen Thailand en Maleisië

Bij het eindstation Sungai Kolok stapt iedereen uit en is het nog een paar honderd meter lopen naar de grens tussen Thailand en Maleisië. Daar aangekomen zijn er vrij weinig formaliteiten, best wel relaxt allemaal en voor ik het weet heb ik een stempel voor twee maanden verblijf in Maleisië in mijn paspoort erbij. Wat minder relaxt is, is het enorme bord bij binnenkomst: “Drugs Can Kill You” met een afbeelding van iemand met een strop om zijn nek.

grens met Maleisië
Lopend passeer ik de brug over de Golokrivier, die de grens met Maleisië vormt.

Een duidelijke waarschuwing van een land dat volgens de islamitische wetten drugsbezit bestraft. Niet dat ik wat dan ook bij me heb, maar in vergelijking met het vredelievende Thailand is dit toch wel gelijk een hard contrast. Een ander contrast zijn de vrouwen met hoofddoekjes ten teken dat in dit land de islam de hoofdgodsdienst is en niet het boeddhisme. Voor iemand die de al vijf maanden heeft gereisd door overwegend boeddhistische landen is dit nu wel even een overgang.

Pasar Malam in Kota Bharu

Ik deel een taxi met drie medereizigers. We zijn allemaal op weg naar Kota Bharu, de eerste stad over de grens. Naast mij zit Diederique uit België en hij heeft in zijn Guide Routard een goed guesthouse gevonden in Kota Bharu. We besluiten daar samen heen te gaan en vinden het ook na een korte zoektocht. Het heeft een gezellige tuin en er hangt een prettige sfeer.

Kota Bharu
De overdekte markt van Kota Bharu.

Op onze eerste verkenningstocht door de stad merken we op dat het straatbeeld een stuk rustiger is dan dat in Thailand. Minder verkeer en meer gedisciplineerd. Het zal ook komen omdat het vrijdagmiddag is, vergelijkbaar met de zondag bij ons.

Vroeg in de avond ontdekken we de pasar malam oftewel een terrein waar je overal eetstalletjes hebt, met in het midden allemaal tafeltjes met bankjes. Je gaat zitten en je haalt om de beurten bij je favoriete stalletje een bakje eten, net zo lang tot je je eigen rijsttafel hebt samen gesteld. Drankje erbij en je avond kan niet meer kapot. En zo vier ik samen met de bourgondisch ingestelde Diederique onze eerste avond in Maleisië.

Voor het vervolg van mijn reis, lees verder:

Een herkansing voor Kota Bharu