Voor de laatste maal keer ik vandaag terug naar Bangkok. De stad die telkens als een rode draad door mijn verblijf in Thailand loopt. Daar wil ik nog een paar dingen zien, waaronder de Gouden Boeddha in de Wat Traimit. Dankzij de centrale ligging van deze stad kom je hier telkens weer terug nadat je bent uitgewaaierd naar weer een andere uithoek van Thailand. En dat klopt precies. Ik kom nu uit het noorden, maar ben ook al in het oosten geweest (Ko Samet) en in het westen (River Kwai). Blijft dus alleen het zuiden nog over.

Publicatie van de dagboeken van mijn wereldreis in 1990 en 1991

Dinsdag 4 en woensdag 5 september 1990

Laatste update: 5 november 2020

Luxe busreis

De bus die mij van Sukhothai naar Bangkok gaat brengen ziet er super uit. Comfortabele stoelen, airco en een vriendelijke chauffeur die mij een plek voorin toebedeelt. We gaan een afstand van 450 kilometer afleggen en voor zo’n buskaartje heb ik omgerekend 12 gulden neergeteld. En dat is dan inclusief alles: drankjes aan boord, lunch en weet ik veel wat allemaal nog meer.

Qua reis is daar dan ook alles mee gezegd. Want het landschap waar we doorheen rijden is niet buitengewoon opwindend: een tamelijk plat landschap waarbij we ook niet echt opschieten. Een uur vertraging door een lekke band en twee uur in allerlei files in de voorsteden van Bangkok. Al met al zit ik zo de hele dinsdag in deze bus, waarvan de airco zo langzamerhand ook wel een tikje minder hard mag werken van mij. Je kan ook zeggen: met al die vertraging krijg je tenminste waar voor je geld. Gratis een paar uur extra in die mooie bus.

Type bouwvakker

Te laat om nog naar het postkantoor te gaan om -hopelijk- veel post op te halen, draait de bus eindelijk de drukke busterminal van Bangkok binnen. Ik ga daarna linea recta naar Khao San Road en ben weer helemaal terug in het international backpackers-wereldje. In de guesthouse ontmoet ik Rick, een Engelsman type bouwvakker met een haast onverstaanbaar accent. In de tijd dat ik mijn maaltijd aan het eten ben, slaat hij drie grote bier achterover. Daar ga ik dus automatisch ook op over na het eten en samen met nog een stel uit Engeland maken we het flink laat.

Als ik woensdagochtend wakker word heb ik het gevoel alsof mijn herseninhoud twee maal zo zwaar is geworden in één nacht. Dat gevoel verdwijnt beetje bij beetje als ik op de rivierboot met wat wind om de kop onderweg ben naar het General Post Office om daar mijn post op te halen. De inhoud van de drie enveloppen met verzamelde post uit Nederland lees ik vluchtig door aan een tafeltje van een geïmproviseerd terras bij een cafeetje. Dit alles onder het genot van een grote cola. Waarmee ook de laatste restjes hoofdpijn oplossen.

De Wat Traimit op mijn to-do list

Ik heb al aardig wat highlights van Bangkok bezocht heb tijdens mijn eerdere bezoeken. Maar ik heb toch nog een hele to-do list van niet bezochte bezienswaardigheden. Eén daarvan zit niet eens zo heel ver van het postkantoor vandaan. En dat is de Wat Traimit. Als ik er na een korte wandeling aan kom, valt het hele gebouw me eerlijk gezegd wat tegen. Maar deze tempel heeft een belangrijke troef in handen: de Gouden Boeddha. En die staat niet eens waar je hem zou verwachten, maar in een apart gebouwtje naast het hoofdgebouw van de tempel. Er schijnen plannen te zijn voor een hele nieuwe tempel. Niet meer dan dat.

Maar hoe bescheiden zijn behuizing ook, de Gouden Boeddha van de Wat Traimit mag er zijn. Het is met stip het meest glimmende ding dat ik ooit heb gezien. Wat moet daar op gepoetst zijn zeg! Het hele gevaarte weegt dik 5 ton en zit vol met goud. De waarde wordt geschat, zegt men, op 300 miljoen gulden. Ik heb me nog nooit op zo’n korte afstand van zo’n enorm fortuin bevonden. Een compleet begrotingstekort van een middelgroot Europees land binnen handbereik.

gouden boeddha in de wat traimit, bangkok
Dit beeld is eeuwenlang verborgen gebleven onder een dikke laag gips, zodat het niet ten prooi zou vallen aan vijandig gestemde invasielegers.

Het verhaal van de Gouden Boeddha in de Wat Traimit

En dan te bedenken dat al dat goud eeuwenlang verstopt is gebleven onder een dikke laag gips. Het verhaal gaat dat in 1954, bij het afhijsen van dit beeld nadat het naar de Wat Traimit verplaatst werd, de touwen braken en het beeld onzacht op de grond terecht kwam. En daar braken op een paar plekken stukken van het gips af. Daardoor werden stukken van de verborgen gouden boeddha zichtbaar. Eeuwen geleden is het beeld in gips ‘ingepakt’ om zo te voorkomen dat het kostbare gouden boeddha gestolen zou worden ten tijde van één van de oorlogen tegen de Birmezen.

Nadat al het gips voorzicht was verwijderd, kwam de massief gouden boeddha tevoorschijn, die op zijn beurt weer uit negen verschillende stukken bestond, die naadloos in elkaar pasten. Ideaal voor als je nog een keer met het beeld wil gaan slepen dus. Het toeval wilde ook nog eens dat ten tijde van de ontdekking het Boeddhistische jaar 2500 aan het naderen was. Waardoor dit wonder dan ook aan dat aanstaande magische jaar toegeschreven werd.

Maar als ik buiten de Wat Traimit sta dan ben ik gewoon weer terug in ‘ons’ jaar 1990 en ga ik, terug in Khao San Road, op zoek naar een plek om mijn post van vandaag te beantwoorden en -onontkomelijk- plannen maken voor de volgende bestemming op mijn reis.

entreekaartje voor de wat traimit, bangkok
De datumstempel op het entreekaartje van de gouden boeddha vertelt ons dat we in het boeddhistische jaar 2533 leven.