Takaka is een lief klein plaatsje, zoals je er wel veel meer hebt in Nieuw-Zeeland: één lange straat met daarin de kerk, een benzinestation en verder alle winkels en voorzieningen die de locals nodig hebben. En dan ben je er al weer doorheen. Ik bevind mij in de noordwestpunt van het Zuidereiland van Nieuw Zeeland. En daar moet je het niet hebben van de lieve kleine plaatsjes, maar van het waanzinnige landschap, dat je alleen wandelend het best in je op kan nemen. En in die plaatsjes, daar kan je de accu tussendoor even opladen. Ik ga op weg naar de Aorere Valley.

Laatste update: 9 oktober 2020

Publicatie van de dagboeken van mijn wereldreis in 1990 en 1991

Dinsdag en woensdag 26 en 27 maart 1991

Nieuw-Zeelands eigen waddengebied

Het startpunt van de Heaphy Track ligt nogal afgelegen, vrij diep in de Aorere Valley. Om er te komen moet je óf veel geluk hebben met een lift, óf veel geld betalen voor privévervoer.  De eerste etappe er naar toe is het nóg kleinere plaatsje Collingwood, halverwege de Golden Bay. Ik geraak er met enige mazzel, want een Engels echtpaar dat hier een sightseeing in de omgeving doet, biedt mij een lift aan.

In Collingwood aangekomen, stellen mijn liftgevers mij voor om nog een stukje verder noordwaarts mee te rijden, helemaal tot aan de Farewell Spit. Dit is een smal en langgerekt schiereiland, dat nog een flink eind de zee in steekt en de Golden Bay van de Tasmanzee scheidt. Het is een winderig stuk land, met een breed strand en wat lage duinen. En dat is het. We maken een korte wandeling over het begin van het schiereiland via weilanden met (uiteraard) schapen naar het strand en de duinen. Verder van thuis dan nu ben ik nog nooit geweest, maar als je mij nu zou zeggen dat ik op Vlieland was, dan had ik je geloofd. Het is Nieuw-Zeelands eigen waddengebied.

beach of farewell spit
Het brede strand van Farewell Spit, waar de weersomstandigheden met het uur verslechteren.

Gestrand in Collingwood

En ik dacht dat Nieuw-Zeeland het even niet meer had, maar het Hollandse weer komt hier ook keihard terug. Het begint lafjes te regenen, maar tegen de tijd dat we weer bij de auto zijn, zwiepen regenvlagen hard tegen ons aan. Ik word door het echtpaar in Collingwood weer afgezet. Zelf gaan ze terug naar Nelson. Daar neem ik eerst maar eens een koffie met iets er bij in het enige café dat het dorpje kent. Om uiteindelijk te besluiten dat met dit weer verder reizen vandaag geen zin meer heeft. Ik zoek en vind de enige accommodatie die het dorpje kent, het Collingwood Motor Camp. Een camping, waar ze cabins voor 10 dollar verhuren.

En zo besteed ik de rest van de dag met TV kijken in de community room, lezen en Duits praten, want praktisch alle gasten hier zijn Duitsers met campers. Ondertussen regent het onophoudelijk. Het dorpje zelf stelt al helemaal niets voor. Het ligt zo afgelegen, dat de supermarkt er zelfs een gastenboek op na houdt.

sheep grazing in new zealand
Schapen: Nieuw-Zeeland heeft er 24 miljoen van.

De droomlift door de Aorere Valley

Woensdagochtend word ik wakker onder flink verbeterde weersomstandigheden, dus informeer ik naar de mogelijkheden om bij het startpunt de Heaphy Track te kunnen komen, ergens achter in het dal van de Aorere rivier. 34 Kilometer van hier. Het komt er op neer, dat ik een taxi moet regelen om er te kunnen komen. Ik probeer eerst maar te liften, tegen beter weten in.

Maar binnen een half uur en 2 kilometer buiten Collingwood krijg ik een droomlift. Die werkt zo: er stopt een auto, een vrouw vraagt waar ik heen wil. Ze moet wel het dal in, naar haar boerderij, die is niet verder dan een kilometer of tien verderop. Of ik dan in ieder geval mee wil rijden voor tea. Daar moet ik nog steeds aan wennen. ‘Tea’ houdt gewoon een uitgebreide lunch in en zo zit ik aan het eind van de ochtend, samen met de rest van de familie, aan een uitgebreid gedekte tafel met de heerlijkste streekproducten (met name de zuivelproducten zijn uit de kunst in Nieuw-Zeeland). Maar de echte deal zit hem in de belofte dat ze me na de tea helemaal tot aan de start van de Heaphy Track zal brengen.

De Langford Store

De familie woont hier nog maar net een paar maanden. Hier voor bestierden ze een mosselkwekerij in de Marlborough Sounds. Nu zijn ze begonnen met schapen. Heel veel schapen. In Nieuw-Zeeland heb je zes schapen voor elke inwoner. Da’s dus een hoop geblaat langs de weg. Onderweg naar de track maken we nog één toeristische stop. In het gehucht Bainham. Reden is een bezoek aan een winkeltje zoals je die alleen nog maar in oude films tegenkomt. De Langford Store staat eenzaam langs de weg en doet tevens dienst als postkantoor en op de veranda staan een aantal vaten met benzine met een pompmechanisme erop. Je kan er dus ook tanken. Binnen in de winkel een complete chaos met spullen kris kras boven op elkaar gestapeld. De tent word gerund door Lorna, een oudere dame, die vertelt dat de winkel als sinds 1928 in door de zelfde familie wordt bestierd.

langford store, aorere valley
De veranda van de Langford Store doet tevens dienst als pompstation.

Er is ook een oud gouddelversboek. Dat komt omdat er vroeger in de vallei ook naar goud werd gezocht. En dan werden in dit soort boeken alle vondsten geregistreerd. Maar nu fungeert het als gastenboek. Ik zet mijn naam en datum erin. Als ik voorin kijk wanneer de eerste gast zich hier registreerde, zie ik dat dat in 1935 was.

langford store, aorere valley
Het interieur van de Langford Store. Als je iets zoekt, dan vind je het hier.

Niet alleen heb ik een super lift gehad vandaag, maar ook een prima lunch, oh sorry, tea én ik kreeg een eersteklas sightseeing door het dal van de Aorere rivier. Dat is waarom is zo van dit land ben gaan houden, de vanzelfsprekende gastvrijheid van de Kiwi’s. De weg houdt nu echt op. Dat betekent dat als je verder wilt, je alleen nog maar kan gaan lopen. De auto keert om en ik zwaai mijn liftgeefster en tevens gids en gastvrouw van vandaag nog lang na.

guestbook of langford store, aorere valley
Ingecheckt in het gastenboek van de Langford Store, de enige en oudste winkel in de Aorere Valley.nie

Sprookjesachtig

Als het geluid van de wegrijdende auto verstomd is, en alleen ben met het geluid van de wind en de vogels, keer ik mij om en richt mij op wat komen gaat. Een wandeling van zo’n 70 kilometer door bergen, bossen, over hoogvlakten en langs een rivier. Om op een gegeven moment uit te komen aan de noordwestkust van het Zuidereiland en deze voor een deel te volgen. Maar zo ver is het nu nog niet. Het is drie uur. Ik heb een rugzak vol proviand voor vijf dagen en zoek een plekje uit in de Brown Hut, aan het begin van de Heaphy Track. Ik ben de eerste gast voor vannacht en steek daarom alvast de open haard aan. Na een kop thee maak ik een korte oriënterende wandeling door een sprookjesachtig stuk inheems bos (mossen, varens, etc.) naar de oevers van de Aorere rivier.

Als ik weer terug bij de hut kom zijn er al een paar meer trekkers aangekomen: twee Israëliërs, een Deen en een Canadees, die allemaal morgen vroeg van start gaan op de track. Ik vet mijn schoenen in, herstel met wat garen een gesp van mijn rugzak en maak tenslotte een maaltijd klaar en dan met de kippen op stok. Want morgen lekker vroeg beginnen…