Kunming wordt ook wel de “stad van de eeuwige lente” genoemd. Dat zit namelijk zo: de stad ligt al best wel zuidelijk (nog maar een paar honderd kilometer ten noorden van Vietnam en Laos). Maar tegelijkertijd ligt de stad op een hoogte van 1890 meter boven zeeniveau. Dus het wordt er nooit echt tropisch heet. Dat zal het wel worden op de bestemming waar naar toe ik vandaag vertrek: Jinghong in Xishuangbanna. En daar heeft bijna niemand nog van gehoord. Omdat de busreis erheen wel drie dagen duurt. Ik ga die reis doen: over de weg naar Xishuangbanna.

Publicatie van de dagboeken van mijn wereldreis in 1990 en 1991

Zaterdag 19 tot en met maandag 21 mei 1990


Wat hieraan vooraf ging lees je in:

In de hard sleeper naar Kunming


Laatste update: 14 juni 2021


Dag 1 van de weg naar Xishuangbanna

De weg naar het paradijs gaat niet over rozen. En voor de weg naar Xishuangbanna is dat zeker een understatement. En hen geldt ook zeker voor ons, busreizigers in bus nummer 23 die op het idiote idee zijn gekomen om via de weg van Kunming naar de zuidelijke stad Jinghong te reizen. Drie volle dagen zal de bus er over doen om het traject van zo’n 600 kilometer af te leggen.

Over de autonome regio Xishuangbanna, waar Jinghong de hoofdstad van is, had ik de afgelopen weken van andere reizigers al lyrische verhalen gehoord. Een tropisch stukje China zou ik er aan treffen, super relaxte mensen. Het zou meer op Thailand dan op China lijken, een paradijs. Al dit soort superlatieven hebben mij doen besluiten een kaartje te kopen voor de driedaagse helse busreis over bergketens met diepe dalen en de vele bijbehorende bochten.

Voor het eerst tijdens mijn reis door China heb ik een buskaartje gekregen mét plaatsreservering. Normaal gaat het zo, dat iedereen zich naar binnen vecht voor de beste plekken. Maar ik heb een plek op de voorste rij naast de chauffeur. Met beenruimte tot aan het dashboard. Een ongekende luxe voor een bus in dit land. Echter daarvoor moet ik wel met zachte dwang de passagier die op mijn plek is gaan zitten zien weg te krijgen. En hier doe je dat door afstand te nemen van alle goede manieren die je van thuis hebt meegekregen. In China werkt de botte bijl vaak nog prima.

chinese autobus, van kunming over de weg naar xishuangbanna
Dit is ‘m dan, de bus die mij in drie dagen tijd naar Jinghong zal brengen. Op het dashboard zie je zo’n typisch onverwoestbare Chinese theemok. Onderin gaan de theeblaadjes en gedurende de reis giet de chauffeur er steeds heet water bij.

Oververhitte remmen

Na enkele uren rijden over de weg naar Xishuangbanna zijn we eigenlijk meer gedaald dan we zijn geklommen en daarmee stijgt de temperatuur in de bus ook gestaag. Twee maal is er een oponthoud zonder echt incident als oorzaak. De eerste keer is er gewoon een file, waar ditmaal geen sappig ongeval aan vooraf is gegaan, voor zover ik kan zien. De tweede keer moeten de remschijven van de bus afkoelen. Onze chauffeur moet op het voornamelijk dalende tracé heel vaak op de remmen staan nadat hij met doodsverachting nog flink bijgast op een helling van 15% naar beneden. Waarbij hij nooit op het idee komt om ook eens een versnelling lager te gaan om zo op de motor af te remmen voor de verandering.

Bananenbomen en papayabomen langs de weg naar Xishuangbanna verraden dat we zo langzamerhand in tropische sferen terecht komen. De rijstvelden die hadden we al en die blijven ook gewoon. Om vijf uur stoppen we al voor de overnachting in een plaatsje langs de weg waarvan ik de naam niet goed verstaan heb, maar ‘Anding’ is wat er het meest op lijkt. Alle passagiers overnachten in het zelfde hotel waar ik een kamer deel met Greg, een Canadees die in de zelfde bus reist. Samen maken we een korte wandeling door de rijstvelden voordat de schemering inzet. Greg zal na aankomst in Xishuangbanna gaan proberen de grens met Burma over te steken, wat vanuit die plek illegaal is. Na een eenvoudige maaltijd inspecteer ik mijn kamer. Voor het eerst zijn de bedden voorzien van klamboe’s. Vandaag spreek ik dan ook maar voor het eerst mijn voorraad malariatabletten aan.

chinees platteland, ganzen, boer, de weg naar xishuangbanna
Aan het einde van de dag maak ik in de buurt van het overnachtingshotel een wandeling door het Chinese platteland.

Dag 2 van de weg naar Xishuangbanna

Om 6 uur gaat de wekker al weer. Het is hier niks geen vakantie. De bus staat buiten al te ronken en we krijgen amper tijd om het schamele ontbijt in het hotel naar binnen te werken, laat staan om nog iets van lunch voor onderweg bij elkaar te scharrelen. Waar ben ik ook al weer? Oh ja, op de tweede ochtend van een busreis van in totaal drie dagen van Kunming naar de stad Jinghong in de zuidelijke Chinese autonome regio met de exotische naam Xishuangbanna. Inmiddels kan ik het ook voor Chinese oren verstaanbaar uitspreken.

Ik prijs mij opnieuw gelukkig met de enige plek met zeeën van beenruimte, nl. helemaal voorin de bus. Na mijn kleine schermutseling van gisterenochtend met een passagier waagt niemand het meer om op deze plek plaats te nemen. En als om kwart voor zeven de bus zich in beweging zet voor de volgende etappe op deze barre tocht, strek ik me nog even lekker uit en dommel als vanzelf nog even in een diepe slaap op het monotone motorgeluid van de bus. Ondertussen trapt de chauffeur nog eens stevig op het gaspedaal en snort de bus onverstoorbaar verder over de bochtige weg naar Xishuangbanna.

Rond een uur of tien wordt er even gestopt om de passagiers gelegenheid te geven hun behoefte te doen en/of hun proviand aan te vulle n. Ik koop een paar rollen koekjes, wat drinken en een zakje met iets wat op chips moet lijken.

Gammele brug

Het landschap waar we doorheen rijden is zeer geaccidenteerd. Dat wil zeggen veel diepe rivierdalen waar de weg de hele tijd haaks over heen gaat. Wat dus inhoudt, dat je eerst een diepe afdaling moet maken om vervolgens via een gammele brug een rivier moet oversteken. Waarna je met een slakkengangetje weer omhoog kruipt om via de volgende bergrug dan weer bij het volgende rivierdal te komen, waar de geschiedenis zich herhaalt. Hemelsbreed schiet het zo natuurlijk totaal niet op.

centrum van pu'er
Uitzicht vanuit mijn hotel op het centrum van de stad Pu’er, belangrijk theehandelscentrum.

Wat overigens niet wil zeggen dat de rit saai is, integendeel. De vegetatie wordt steeds tropischer, maar ook de regenbuien nemen in aantal en heftigheid toe. Want in de tropen valt nog al eens een buitje.

Overnachting in Pu’er

En als we tegen een uur of vijf op onze bestemming voor vandaag aankomen, hebben we in totaal zo’n 250 kilometer afgelegd. Dat is nog geen 25 kilometer per uur! We zijn in de stad Pu’er. Het is een vrij behoorlijke plaats en zoals ik onderweg al duidelijk kon zien, is Pu’ er (spreek uit als Poe-ar), een nogal belangrijk centrum voor theeproductie. In deze omgeving wordt een wereldberoemde thee geproduceerd.

Ik zie het meteen: alle tafelmanieren kunnen direct overboord.

Na ingecheckt te zijn ga ik samen met Greg eens kijken of het hotel ook wat te eten heeft voor de hongerige reiziger. Het restaurant zit tjokvol met locals, dus het eten moet hier wel goed zijn, dat kan niet anders, redeneren wij. We kijken al niet verder maar zoeken een leeg tafeltje. Die is er niet meer, maar dan komen we langzamerhand er achter, dat we ons op een privé party bevinden. Een bruiloft om precies te zijn. En juist op het moment dat wij ons dit realiseren komt een vrouw op ons afgelopen, waarschijnlijk de regelnicht van het hele festijn, en nodigt ons uit aan de tafel van het gelukkige bruidspaar, in een ander zaaltje van het restaurant. We zijn aan het party crashen!

Aan tafel bij het bruidspaar

Als we daar binnenkomen zie ik het meteen: alle goede tafelmanieren kunnen direct overboord. De grond om de tafels heen ligt bezaaid met afgekloven kippenpootjes, vieze servetten en nog veel meer etensresten. Het lijkt verder wel of iedereen aan een wedstrijd “wie laat de meest aanstootgevende boer” mee doet. Ondanks de taalbarrière weten we een toast op de bruid en haar bruidegom uit te brengen, waarna de glazen weer eens vol worden geschonken. Met goedkoop lokaal bier uit wanstaltige plastic bekers, maar even later ook met een brouwsel waar ik de naam niet van ken. Chinese brandy verduidelijkt iemand mij. Ik proef ervan en het kan er uitstekend mee door.

De grond is inmiddels te glibberig om over te lopen, maar daar komt een legertje hotelpersoneel met bezems en emmers om de ergste rommel in de eetzaal op te vegen.


Dag 3 van de weg naar Xishuangbanna

Het inmiddels bekende ritueel van een meerdaagse busreis in China: bij dag en dauw opstaan, snel even een ontbijt in je mik en op tijd zijn voor de bus, want die rijdt gewoon weg. Met of zonder passagiers. Ook als je het de vorige avond bont hebt gemaakt op een random bruiloft. Het tweede deel van mijn nachtrust doe ik dus alweer in de bus.

Als ik halverwege de ochtend mijn ogen weer open doe, lijkt het landschap inmiddels al helemaal niet meer op het China dat ik de afgelopen zes weken heb leren kennen. Overal palmbomen, bananenplantages, echt tropisch. Er verschijnen zelfs verkeersborden met tweetalige opschriften: Chinese en Thaise. We zullen dus inmiddels al wel in de autonome regio Xishuangbanna zijn.

Een stukje Thailand in China

Xishuangbanna betekent “twaalfduizend rijstvelden” en er woont een flinke groep minderheden. Naast de Han-Chinezen (zeg maar: de doorsnee Chinees) bestaat de grootste groep uit Dai. En de naam zegt het al een beetje: deze mensen zijn gerelateerd aan het Thaise volk. Beide bevolkingsgroepen maken zo’n 30% uit van de bevolking van Xishuangbanna. De overige 40% wordt opgedeeld door meer dan tien andere bevolkingsgroepen. En dat vormt dan ook gelijk een belangrijke reden om deze hele reis hier naar toe te ondernemen: al deze verschillende bevolkingsgroepen wonen in hun eigen dorpen met hun eigen gebruiken en hullen zich in hun eigen klederdracht, wat dan weer een mooi schouwspel oplevert op bijvoorbeeld markten en festiviteiten. Maar daarover later meer.

Even na de middag arriveren we toch nog vrij plotseling in de niet al te grote stad Jinghong. Kort daarvoor waren we via een brug al de Mekong rivier overgestoken, waaraan Jinghong gelegen is. Einde van de tocht van drie dagen over de weg naar Xishuangbanna, die een stuk minder saai was dan ik me had voorgesteld.

De oase aan het einde van de reis: het Banna Hotel in Jinghong

Ik vind het eerst wel even noodzakelijk om mijn Canadese reisgenoot Greg kwijt te raken. Greg is zo’n ‘beroepsbackpacker’ die al meer dan vijf jaar onderweg is. Hij heeft alles al gezien, heeft alle ziektes al gehad (“Malaria? Ah joh, al vier keer overleefd”) en doet ook enigszins cynisch over allerlei landen en volken. Daar wil ik na drie dagen wel even mee kappen.

Greg is zo’n reiziger die het liefst voor weinig of niks bij de locale bevolking overnacht en daar lijkt hij nu ook weer in te slagen. Nu heb ik aardig wat luxe weten af te zweren deze eerste zes weken van mijn reis, maar een paar gulden heb ik toch wel over voor een normaal bed, een douche en een veranda met uitzicht over een tropische tuin met op de achtergrond de Mekong. Dat alles heeft het Banna Hotel. Met recht een oase na een barre tocht. En Greg volgt mij daarin niet.

In plaats daarvan maak ik kennis met een hele groep andere reizigers: een grappig, maar beetje zielig Japannertje, Jean-Pierre uit Parijs, Christian uit Duitsland en Melchert en Monique uit Nederland. En zonder me eerst voor te stellen had ik mijn Nederlandse nationaliteit al verraden vanwege de legerkistjes aan mijn voeten. Het kan nog een dolle boel worden hier.

Waar is het Banna Hotel in Jinghong nu?

Het Banna Hotel uit dit verhaal bestaat al lang niet meer. Wat er mee gebeurd is, sinds ik er in 1990 verbleef, heb ik nog nergens terug kunnen vinden, maar ongetwijfeld is dit unieke hotel ten prooi gevallen aan de Chinse drang tot moderniseren en daar hoort de sloop van oude karakteristieke gebouwen ook bij. Wie meer informatie heeft, mag het via een bijdrage onder deze blog toevoegen. Graag zelfs!




Voor het vervolg van mijn reis, lees verder:

Verkenningen in Jinghong



Xishuangbanna travel centre

Met de bus van Kunming naar Xishuangbanna duurt tegenwoordig niet drie dagen meer. De weg is op veel punten verbeterd en gemoderniseerd. Ook de bussen voldoen meer aan de eisen van deze tijd. Als je nu de rit zou willen maken, dan worden de 590 kilometer van Kunming naar Jinghong in 9,5 uur afgelegd. Je beleeft dan natuurlijk niet de avonturen die ik op deze reis uit 1990 allemaal had. De stad Pu'er is eigenlijk best een stop waard op de weg naar Xishuangbanna. Dus heb je de tijd, plan dan hier wat extra tijd in, al is het alleen maar om wat van die beroemde thee in te slaan.

Hoteltip: als je nu naar Jinghong reist, kan ik je de Doudou Meilan Fengqing Inn als beste deal aanbevelen. Het hotel ligt lekker centraal, vlak bij de gezellige night market en je krijgt veel kamer voor je geld. Of zoek hieronder naar het hotel dat het beste bij jouw wensen past:

Booking.com

BUDGETTIP
💰 > Reis je op een klein budget? Voor slechts enkele euro's per nacht kan je in hostels in Jinghong overnachten.